Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Onderzoekers hebben aanwijzingen gevonden over de genetische basis van eeneiige tweelingen. De ‘aan- en uitknoppen’ van genen lijken bij hen anders te zijn.
Twee personen die als twee druppels water op elkaar lijken. Ze zijn nog altijd een mysterie. Zo’n eeneiige tweeling ontstaat als een bevruchte eicel nog voor innesteling in de baarmoeder splitst in twee aparte klompjes cellen, die tot identieke embryo’s uitgroeien. Maar wat gebeurt er precies op genetisch gebied? Daarover licht een internationaal onderzoek, onder leiding van de VU Amsterdam, een tipje van de sluier op in een publicatie in Nature Communications.
Lees ook:
Epigenetica
Het DNA in je cellen wordt afgelezen en omgezet naar een ‘recept’. Op basis van dat recept worden eiwitten gemaakt met bepaalde functies in de cel. Dat leidt tot op zijn beurt tot bepaalde eigenschappen. Zo ontstaan bijvoorbeeld zwart haar en blauwe ogen.
Maar dat is niet alles. Deze genen kunnen ook aan- of juist uit worden gezet wanneer dat nodig is. Dit wordt de epigenetica genoemd. Zogenaamde epigenetische veranderingen ontstaan bijvoorbeeld door op specifieke plekken een molecuul te plaatsen, meestal een methylgroep. In dat laatste geval is er sprake van methylatie. Bekend was al dat de voeding die een moeder eet tijdens de zwangerschap het methylatieprofiel van de baby kan beïnvloeden. Dat kan weer effect hebben op het eetgedrag van het kind later.
6000 tweelingen
Bij dit nieuwe onderzoek werd gekeken of ook eeneiige tweelingen te maken hebben met epigenetische veranderingen. Dorret Boomsma en Jenny van Dongen van de Vrije Universiteit Amsterdam doorzochten samen met collega’s tweelingenregisters in Nederland, Groot-Brittannië, Finland en Australië. Daarbij keken ze van ruim 6000 tweelingen op 400.000 plekken in het DNA of daar een methylgroep aanwezig was, of juist ontbrak. Oftewel, waar zitten de aan- en uitknoppen van de genen?
De onderzoekers zagen op 834 plekken in het DNA epigenetische verschillen tussen eeneiige tweelingen en niet-tweelingen. Een eeneiige tweeling is dus te herkennen aan diens epigenetische profiel. Én het lijkt er ook op dat de methylatie een rol speelt in de vroege ontwikkeling van een eeneiige tweeling. Maar welke precies, kunnen de onderzoekers niet zeggen.
Verdwijnende tweeling
Volgens Boomsma en haar team kan de studie helpen bij een beter begrip voor aangeboren afwijkingen, die soms vaker voorkomen bij eeneiige tweelingen. Ook weet je of iemand vroeg in de zwangerschap een tweelingbroer of -zus heeft verloren. Dit wordt het zogenoemde verdwijnende tweeling-syndroom genoemd.
“Het is bijzondere ontdekking dat de DNA-methylatie van eeneiige tweelingen een min of meer gelijk patroon vertoont”, zegt voorplantingsdeskundige Bernard Roelen (Universiteit Utrecht), die zelf ook een eeneiige tweeling is. “Het betreft hier een mooie meta-analyse met een grote hoeveelheid monsters, uit verschillende landen. Maar omdat er altijd sprake is van enorm veel variatie vraag ik me af of je wel altijd van een individu kunt stellen dat hij/zij een tweeling is.”
Eeneiige vierling
Roelen vindt het jammer er nog altijd geen biologische oorzaak is gevonden voor het ontstaan van een eeneiige tweeling. “Is het specifieke epigenetische profiel veroorzaakt door de splitsing of is het juist een gevolg ervan? Ik vermoed het eerste, maar daar is meer onderzoek voor nodig.” Hij heeft alvast een tip voor vervolgonderzoek: “Het zou interessant zijn om eens te kijken naar het negenbandige gordeldier; die krijgt altijd eeneiige vierlingen!”
Bronnen: Nature Communications, VU Amsterdam
Beeld: iStock/Getty Images