‘Insecticiden medeverantwoordelijk voor afname zangvogels’

Karlijn Klei

15 september 2019 10:59

insecticiden

Niet alleen bijen kunnen behoorlijk last hebben van insecticiden. Ook zangvogels zouden er direct nare gevolgen van ondervinden.

Insecticiden, met name de neonicotinoïden, zijn de afgelopen jaren veelvuldig in verband gebracht met de wereldwijde bijensterfte. Maar niet alleen de bestuivers lijken last van deze bestrijdingsmiddelen te hebben. Onderzoekers van onder meer de York-universiteit zagen dat een kleine dosis van een veelgebruikt soort insectengif al leidt tot verminderde eetlust, afname van lichaamsgewicht en uitstel van migratievluchten bij zangvogels. Zo dragen de middelen bij aan de afname van deze fladderaars in het wild, schrijven de onderzoekers in Science.

Lees ook:

Plaagbestrijding

Neonicotinoïden (kortweg neonics) zijn een groep relatief moderne insecticiden die sinds hun ontwikkeling in de jaren 80 en 90 veel gebruikt werden. Een aantal jaar geleden onthulde onderzoek het negatieve effect van deze bestrijdingsmiddelen op het milieu – met name op bijen. Maar ook het effect op ander leven, zoals vogels, is met de jaren duidelijker geworden.

Hierom namen de wetenschappers het effect van imidacloprid, een veelgebruikte neonic, op zangvogels onder de loep. De Europese Unie stelde eind 2018 een verbod in op het gebruik van dit en twee andere neonics; clothianidin en thimethoxam. In kassen is het gebruik van de bestrijdingsmiddelen wel toegestaan. Buiten de EU zijn deze middelen (nog) niet verboden.

Vogeltrek

De onderzoekers stelden witkruingorzen (Zonotrichia leucophrys) tijdens hun migratietussenstop in het zuiden van Ontario bloot aan verschillende doses van het insectengif. De vogeltjes, die voor en na de ‘behandeling’ uitvoerig gemeten werden, kregen geen imidacloprid, een lage dosis van 1,2 milligram per kilogram lichaamsgewicht of een hoge dosis van 3,9 mg/kg voorgeschoteld.

“Ze deden dit bij gorzen die in het voorjaar naar hun noordelijke broedgebieden trekken”, legt ornitholoog Christiaan Both (Rijksuniversiteit Groningen) niet betrokken bij het onderzoek, uit. “Dat is precies het moment dat er ook gezaaid wordt. Gorzen zijn zaadeters en neonicotinoïden worden vaak als coating om zaden heen gebruikt, zodat het middel zich tijdens de ontwikkeling door de hele plant kan verspreiden.”

Met lichtgewicht zendertjes bevestigd op de rug van de gorzen, konden de onderzoekers bijhouden waar de beestjes zich in de dagen na de ‘behandeling’ bevonden.

Gewichtsverlies en uitstel

De gevolgen van de neonic waren duidelijk. “Tijdens de anderhalve dag gevangenschap vielen de vogels die het insectenmiddel kregen toegediend vrij sterk af”, vertelt Both. Gorzen die de hoge dosis kregen verloren in zes uur zo’n zes procent van hun lichaamsgewicht. Daarbij had het middel invloed op het migratiegedrag van de vogels. “Gorzen die vooral de hogere dosis kregen, deden er langer over (gemiddeld 3,5 dagen, red.) om weer verder naar het noorden te trekken”.

“Het moment van vertrek heeft vaak met de hoeveelheid reservevoedsel (in de vorm van lichaamsvet) te maken”, vervolgt de ornitholoog. “De onderzoekers leggen dus een heel directe link tussen het insecticide, wat dat op korte termijn met de energiehuishouding van de vogel doet, en wat op termijn van dagen dat met de trek naar de broedgebieden doet. Dat vind ik heel sterk.”

Afname

Wat betekent dit? “Het late vertrek kan een probleem zijn” vertelt Both desgevraagd. “Later aankomen in broedgebieden betekent namelijk bijna altijd minder jongen grootbrengen. En aangezien deze zaadeters misschien wel op verschillende plekken langs hun trekroute een zaadje met de stof eten, kan dat effect oplopen.”

“Interessant is dat we hier in Nederland veel praten over neonicotinoïden en de 75 procent achteruitgang van insecten, wat ook op insectivore vogels (vogels die insecten eten, red.) effect heeft. Hier beschrijven ze op een overtuigende manier een heel direct effect op (zaadetende) vogels”, aldus Both.

Het insectengif zou dus aanzienlijk kunnen bijdragen aan de afname van zangvogels in het wild, zo stellen de onderzoekers. Both sluit zich daarbij aan. “Ik zou wel willen weten wat de langeretermijneffecten op overleving en reproductie van de experimentele vogels zijn”, voegt de ornitholoog toe. Helaas is dat nog slecht te onderzoeken omdat we nog geen zenders hebben die klein en krachtig genoeg zijn om dit soort kleine vogels over langere tijd te volgen.

Bronnen: Science, EurekAlert!1, 2

Beeld: Dick Daniels/Wikimedia

Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!