Krijg jij de kriebels van bedwantsen? Dit bericht zal je dan niet op je gemak stellen…
We doen er alles aan om bedwantsen, kleine krioelende beestjes die zich voeden met het bloed van onder andere mensen en een huidaandoening kunnen veroorzaken, uit onze slaapkamer te houden. Zo zijn er speciale vallen ontworpen waar de insecten niet zo gemakkelijk uit kunnen kruipen. Maar helaas geldt dit niet voor alle soorten bedwantsen.
Tropische bedwantsen
Zo ontdekten entomologen tijdens een experiment waarin ze twee soorten bedwantsen in vier verschillende vallen plaatsten. Het ging hierbij om de gewone bedwants Cimex lectularius – het dier dat af en toe onze bedpartner is – en de tropische bedwants Cimex hemipterus. En die laatste was veel vallen te snel af en kroop er ongedeerd weer uit.
Ah, horen we je denken, tropisch: die komt onze slaapkamer niet binnen. Maar helaas verspreiden deze dieren zich ook naar gebieden op onze aardbol met een gematigd klimaat.
Harig voordeel
Hoe het komt dat de tropische bedwants zo’n goede klimmer is en de gewone bedwants gemakkelijk te vangen is? Om deze vraag te benaderen, legden de wetenschappers de twee soorten onder de microscoop en ontdekten een verschil tussen de dieren. De tropische bedwants bleek gemiddeld maar liefst 347 haren te hebben ten opzichte van de 216 haren van de gewone bedwants.
Deze haren zouden de beestjes helpen meer grip te krijgen op de steile wanden van de val. Ook denken de onderzoekers dat klieren in hun pootjes een vloeistof in de holle haren pompen, wat hen nog een handje extra helpt bij het klimmen. Maar of dit daadwerkelijk de sleutel is tot hun succes moet vervolgonderzoek uitwijzen.
Kortom: we moeten vallen in hun testfase niet alleen meer testen op de gewone bedwants, maar op meerdere soorten. Want hoe open minded we ook zijn: bedwantsen willen we toch echt geen kijkje in de slaapkamer geven.
Bronnen: Journal of Economic Entomology, Livescience