Wetenschappers denken dat Jamaicaanse sprinters hun succes te danken hebben aan hun symmetrische knieën. 

Hoewel Jamaica ongeveer evenveel inwoners heeft als Noord-Holland, komen er een stuk meer sprinters uit Jamaica. De Jamaicanen blinken uit op de 100, 200, 400 en 800 meter. Wetenschappers denken dat ze dit te danken hebben aan hun symmetrische knieën. Daarmee bewegen ze volgens de onderzoekers efficiënter dan sprinters uit andere landen.

74 topsprinters

De wetenschappers maten de knieën van 74 Jamaicaanse topsprinters, waaronder Shelly Ann Fraser-Pryce, die twee gouden olympische medailles heeft op de 100 meter en Nesta Carter, die de vijf snelste tijden ooit gemeten liep op diezelfde afstand. Ze vergeleken de gewrichten met die van 116 niet sprintende Jamaicanen.

Bij de gewone mensen verschilden de linker- en rechtervoet meer van elkaar dan bij de sprinters. Wetenschappers denken dat de symmetrische gewrichten efficiënter zijn bij het lopen. Opvallend was dat vooral de goede 100-meterlopers symmetrische knieën hadden. In deze afstand komen geen bochten voor. Lopers die andere afstanden lopen maken altijd bochten linksom. De onderzoekers denken dat het misschien makkelijker is om die bochten te lopen met asymmetrische knieën. Ook kan het zijn dat ze asymmetrisch worden van de vele bochten.

Geen causaliteit

De wetenschappers benadrukken dat het onderzoek wel een verband laat zien, maar dat niet duidelijk is of dit een causaal verband is. De sprinters zouden zo goed kunnen zijn doordat hun knieën symmetrisch zijn, maar het omgekeerde is ook mogelijk: hun knieën kunnen meer symmetrisch zijn omdat ze zo veel oefenen.

In de toekomst willen de onderzoekers kijken of de symmetrie gedurende de tijd verandert. Ook willen ze de genen isoleren waaruit goede sprinters bestaan.

Bronnen: Rutgers University, PLOS ONE