James Webb-telescoop weer op schema

André Kesseler

07 februari 2014 09:00

Na jaren van kommer en kwel ligt de ontwikkeling van Hubbles opvolger, de James Webb-ruimtetelescoop, eindelijk weer op koers.

Hij had al een jaar of drie in de ruimte moeten hangen, maar zoals zoveel technisch complexe projecten kreeg ook de ontwikkeling van de James Webb Space Telescope (JWST) te maken met vertragingen en enorme budgetoverschrijdingen. Tien jaar en vele miljarden dollars later lag die droom bijna volledig aan gruzelementen en leek het er zelfs even op dat de politiek de stekker eruit zou trekken. Maar de NASA heeft het project grondig geherstructureerd en denkt nu dat de JWST volgens schema in 2018 kan worden gelanceerd.

Inmiddels zijn de vier belangrijkste instrumenten klaar. Die worden nu op het Goddard Space Flight Center samengevoegd tot één systeem, de Integrated Science Instrument Module (ISIM); het hart van de ruimtetelescoop. Dit omvat alle systemen waarmee de JWST straks de plaatjes van het heelal gaat maken. Het ISIM is zo gevoelig dat het ruimteobjecten kan waarnemen die zich vlak na het ontstaan van het heelal hebben gevormd.

Gallery_Image_8448

Om het uiterst zwakke infrarode licht daarvan op te kunnen vangen, moet een deel van de instrumenten worden gekoeld tot -223 graden Celsius. Bovendien krijgt de telescoop een soort zonnescherm dat de enorme hoeveelheden infrarood licht blokkeert die de zon, de aarde en zelfs de maan uitzenden. Verder wordt de JWST op Lagrangepunt L2 gehangen, een vast punt op 1,5 miljoen kilometer van de aarde, waar het de belangrijkste ‘lichtbronnen’ achter zich geeft. Op L2 hangen trouwens ook onder meer de ruimtetelescoop Herschel en de op 19 december vorig jaar gelanceerde Gaia. (Bekijk het KIJK Live!-filmpje over Gaia hier.)

De JWST gaat het licht opvangen met een 6,5 meter grote spiegel die is opgebouwd uit achttien ‘bladen’. Die worden ‘ingeklapt’ vervoerd (omdat ze anders niet in een raket passen) en moeten dus in de ruimte worden uitgevouwen. Maar ook die technische hobbel lijkt te zijn genomen.

En nou maar hopen dat het straks allemaal de moeite waard blijkt. Critici vinden de James Webb namelijk wel heel erg duur. Hij gaat niet, zoals in 2010 begroot, 2,4 miljard dollar kosten, maar een nogal enorme 8,6 miljard dollar (6,4 miljard euro). Op dit moment slokt het project ongeveer de helft op van het geld dat de NASA jaarlijks aan astrofysica besteedt. Hij staat dan ook niet voor niets bekend als the telescope that ate astronomy.

Bronnen: Scientific AmericanSpace Telescope Science InstituteNASA

Beeld: NASA/JPL, ESA