‘Kleine, jonge bomen nemen de overhand’

Karlijn Klei

30 mei 2020 08:59

bomen

Klimaatverandering transformeert de samenstelling van onze bossen. In plaats van oude kolossen, bestaat een steeds groter deel uit jongere, kleinere bomen.

Het is een van onze grote bondgenoten in de strijd tegen de klimaatcrisis: de boom. Maar door de veranderingen in het klimaat hebben juist ook de CO2-slurpende organismen het zwaar te verduren. Volgens een internationale groep onderzoekers zorgen de stijgende temperatuur en torenhoge concentraties CO2 in de atmosfeer ervoor dat grotere, oude exemplaren, ongewild steeds meer ‘ruimte maken’ voor jongere, kleinere bomen. Deze transformatie van onze bossen heeft grootse gevolgen, zo schrijven de onderzoekers in vakblad Science.

Lees ook:

Evenwicht

Het team trekt de conclusie aan de hand van onder meer satellietbeelden en uitgebreid literatuuronderzoek. Hoofdrolspelers bij de shift van voornamelijk oude, grote bomen, naar bossen gedomineerd door jonge exemplaren, zijn de toenemende concentraties CO2 en de steeds hogere temperaturen die onze planeet teisteren. Deze factoren, en de gevolgen ervan, verstoren de natuurlijke balans van de bossen.

Simpel gezegd is een bos in evenwicht als er de ‘aanvoer’ en groei van nieuwe bomen in verhouding is met de boomsterfte. Maar door de torenhoge CO2-waarden en stijgende temperatuur, en droogte, bosbranden, stormen en ziektes en plagen, die daarmee samenhangen, raakt dat evenwicht uit balans.

Verstoringen

Bart Muys, professor bosecologie en bosbeheer aan de KU Leuven, niet betrokken bij het onderzoek, vertelt: “De afgelopen 10 à 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar het effect van klimaatverandering op bossen. Het grensverleggende van dit onderzoek is dat er niet naar het effect van één of twee, maar naar dat van alle factoren samen is gekeken.” Een complex verhaal.

De onderzoekers verdelen de factoren in twee groepen. “De eerste groep bestaat uit de chronische drivers”, legt Muys uit. “Dat zijn de factoren die een lange-termijntrend vertonen zoals atmosferisch CO2 en temperatuur. Deze factoren hebben een langdurig effect op de manier waarop bossen groeien en overleven. De tweede groep bestaat uit de (extreme) disturbances (verstoringen, red.), zoals droogte, bosbranden, stormen, ziekten en plagen, enzovoort.” Hoewel deze verstoringen veelal voortvloeien uit bijvoorbeeld de stijgende temperatuur, hebben ze heel andere effecten op de natuur.

Hoge bomen vangen veel wind (en zon)

Bijzonder is dat veel van de factoren vooral voor verhoogde sterfte van oude, grote bomen bleken te zorgen. Het effect op jonge bomen is vele malen minder. “In Nederland kennen jullie de uitdrukking ‘hoge bomen vangen veel wind’, dat is echt zo. Grote, hoge bomen zijn veel gevoeliger voor stormen en andere extreme verstoringen dan kleinere, jongere bomen.”

Dit is slechts één voorbeeld, laat Muys weten. Grotere, oudere bomen, zijn over het algemeen gevoeliger voor de eerder genoemde disturbances dan de kleinere tegenhangers. Jongere bomen hebben, verscholen onder het bladerdak, met andere (lees: minder zware) condities te maken. Het gevolg van deze ‘selectieve sterfte’ is dat bossen steeds jonger en kleiner worden (zie afbeelding hieronder).

Door een variatie aan factoren, vervangen jonge, kleine bomen langzaamaan de grote bomen in bossen. Klik om te vergroten. © McDowell et al., 2020/Science

‘Slechte zaak’

De gevolgen van de shift zijn fors, alleen al omdat het juist de oudere, grote bomen zijn die de grootste positieve effecten hebben. Ze huizen bijvoorbeeld meer leven (lees: grotere biodiversiteit), binden meer CO2 uit de lucht en verkoelen (daarmee) de steeds warmer wordende aarde meer dan hun jongere, kleinere tegenhangers.

Muys noemt de shift van oude, stabiele climaxbossen naar jonge, homogene pionierbossen dan ook een ‘slechte zaak’. “Bossen zijn schatkamers van biodiversiteit. Heel veel van die diversiteit is juist gerelateerd aan die oude climaxbossen, met grote, dikke bomen. Veel boomsoorten, maar ook bijvoorbeeld schimmels, insecten en kruiden die zijn gebonden zijn aan dergelijke volwassen bossen komen onder druk te staan of verdwijnen.”

Klimaatmitigatie

De nood is hoog, vindt Muys. Omdat de klimaatmitigerende werking van die pionierbossen (lees: de mate waarin ze gevolgen van klimaatverandering tegengaan) kleiner is dan bij de oudere tegenhangers, moeten we onze denkwijze aanpassen. Zo weet de ecoloog te vertellen dat er in het Klimaatakkoord rekening is gehouden met de klimaatmitigatie van de oudere bossen. Die shift naar jongere bossen, maakt dat we de rol van bossen daarin dus overschat hebben.

Andere oplossingen zijn kunstmatige systemen om CO2 mee af te vangen en op te slaan. Maar Muys heeft twijfels. Dergelijke systemen staan namelijk nog in de kinderschoenen. Het is dus nog maar de vraag of en wanneer we die kunnen toepassen. In plaats daarvan poogt Muys in zijn eigen onderzoek bossen zo stabiel mogelijk te maken. “Eén van de managementvoorstellen die we hebben gedaan, is met een groter aantal boomsoorten, bossen stabieler te maken tegen deze disturbances”, besluit hij.

Bronnen: Science, EurekAlert!1, 2

Beeld: Ed van Duijn/Unsplash (openingsbeeld); McDowell et al., 2020/Science

Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!