De geruchten gingen de ronde dat Nederland andere F-35’s zou krijgen dan Amerika. Maar is dit waar?
In KIJK 10/2014 kon je lezen over de ervaringen die de eerste Nederlandse vliegers met de F-35 hebben. Het gerucht dat naar aanleiding van het JSF-project steeds de kop opsteekt, is dat de toestellen die de partnerlanden krijgen minder goed zijn dan die van de Amerikanen. Het zou voornamelijk gaan om de stealth-eigenschappen, waarbij de Amerikaanse toestellen minder zichtbaar zouden zijn voor vijandelijke radarsystemen dan de ‘export-versies’.
Kolonel Bert de Smit, op dit moment een van de twee Nederlandse F-35-vliegers, zegt daarover: “Formeel geven we geen antwoord op vragen over eventuele verschillen tussen vliegtuigen of andere wapensystemen die onze NAVO-partners hebben. Dat doen we geen van allen. Maar wij trainen als Nederlandse vliegers ook in Amerikaanse F-35’s. De toestellen zijn ontwikkeld in samenwerking met allerlei internationale bedrijven en het beheer van de reserveonderdelen is centraal geregeld. Dan kun je dus wel nagaan dat onze vliegtuigen niet heel erg kunnen verschillen van bijvoorbeeld de Amerikaanse of de Britse.”
“Als dat wel zo zou zijn, wordt het straks ook heel lastig plannen”, vervolgt hij. “Want als de Amerikaanse F-35’s andere capaciteiten hebben dan de Nederlandse, hoe kunnen we dan de tactieken vaststellen en samen allerlei missies uitvoeren?” Kortom, de kans dat er wezenlijke verschillen zijn, lijkt miniem. Dat alles is nog afgezien van het feit dat het een enorm internationaal gelazer zou geven als een van de partnerlanden er ooit achter zou komen…
Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK antwoordt’? Mail hem naar info@kijkmagazine.nl!