Ook tijdens de afgelopen zomermaanden hebben bierfabrikanten ons weer flink om de oren geslagen met alcoholvrije varianten van het traditionele biertje. Dominique Niessen vraagt zich af of je er alcoholhoudend bier van kunt maken.

Laten we daarvoor eerst eens kijken hoe zo’n pilsje-waar-je-geen-kater-van-krijgt wordt gemaakt. Dat kan op drie manieren. Bij de eerste worden er geen gistcellen aan de wort (de basis van bier) toegevoegd, waardoor de daarin aanwezige suikers niet worden omgezet in alcohol. Hierdoor krijgt het bier vaak niet de gewenste smaak.

Daarom kiezen veel brouwers voor de tweede of derde productiewijze: de vergisting sterk verminderen (bijvoorbeeld door een ander gisttype te gebruiken) en de-alcoholiseren (de ontstane alcohol onder lage druk laten verdampen). Op deze manieren krijg je pils met maximaal 0,1 procent alcohol, wat de toegestane hoeveelheid is om het bier ‘alcoholvrij’ te mogen noemen.

Zou je het percentage alcohol naar een normale hoeveelheid van ongeveer 5 procent op willen krikken, dan moet je het alcoholvrije bier (weer) laten vergisten. Met andere woorden: als je gistcellen, zuurstof en vergistbare suikers hebt, kun je van alcoholvrij bier in theorie alcoholhoudend bier maken. Of het dan ook nog ergens naar smaakt, is weer een heel andere vraag.

Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK antwoordt’? Mail hem naar info@kijkmagazine.nl!

Tekst: Christa Broekhuizen