Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
In The Last of Us verandert een parasitaire schimmel geïnfecteerden in zombies. Hoewel de serie fictie is, waart er momenteel wel een dodelijke schimmelsoort rond op aarde. En er komen er nog meer aan, volgens experts. Moeten we ons zorgen maken?
De ziekenhuiskamer was één groot broeinest van gist. Het zat in het matras, de gordijnen, de telefoon, de tafels en de stoelen. Je kon beter vragen waar de schimmel níet zat. Om de kamer weer in gebruik te kunnen nemen moest het personeel zelfs delen van het plafond en de vloer laten vervangen. We hebben het hier over de kamer in het Mount Sinai-ziekenhuis in New York waar een patiënt in 2019 de laatste negentig dagen van zijn leven doorbracht, voor hij of zij bezweek aan een infectie met de dodelijke schimmel Candida auris.
De situatie doet denken aan de HBO-hitserie The Last of Us, waarin de hoofdpersonages Ellie en Joël het ene na het andere geïnfecteerde gebouw binnentreden tijdens hun reis. Maar in tegenstelling tot de schimmel in deze serie, is een kolonie C. auris niet goed zichtbaar voor het blote oog én is de schimmel niet in staat zijn slachtoffers te veranderen in hersenloze zombies. Toch moeten we C. auris serieus nemen, want dat het aantal uitbraken in ziekenhuizen en andere zorginstellingen ter wereld snel toeneemt (met in Europa een verdubbeling in aantal geturfde infecties tussen 2020 en 2021), is wel duidelijk. Moeten we bang zijn voor deze en andere schimmels? KIJK zocht het voor je uit.
Lees ook:
- ‘Zombie-schimmel’ brouwt luguber afrodisiacum
- Schadelijke schimmel wordt mak schaap
- Kun je van badkamerschimmels voetschimmel krijgen?
Eén op de drie sterft
C. auris behoort tot het geslacht Candida, een groep van gisten. De soort is in 2009 ontdekt in het ontstoken oor van een 70-jarige Japanse vrouw. Vandaar de naam: auris is Latijn voor oor. Maar de schimmel bestaat al veel langer. Uit de analyse van patiëntmonsters van voor de eeuwwisseling, blijkt dat hij al in 1996 aanwezig was in Zuid-Korea. Het eerste, bekende Europese geval betrof een Franse patiënt in 2007.
Maar hoe gevaarlijk is C. auris? Ten eerste is hij dodelijk zodra hij in de bloedbaan terechtkomt. Daarin verschilt hij trouwens niet veel van zijn candida-neefjes. “Alle leden binnen dit schimmelgeslacht zorgen voor een sterftekans van zo’n één op de drie getroffen patiënten bij een bloedbaaninfectie”, geeft arts-microbioloog Eelco Meijer van het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis in Nijmegen aan. Hij bestudeert C. auris en aanverwanten. Dit terwijl de schimmel geen kwaad kan op de huid of in de darmen; Candida albicans behoort zelfs tot de gezonde darmflora.
Stille pandemie
De reden dat C. auris en diens ‘familieleden’ toch dodelijke slachtoffers maken ligt niet zo zeer in hoe hard ze toeslaan, maar meer bij wie. Zo dringt hij makkelijker door tot de bloedbaan – waarna hij bloedvergiftiging en orgaanfalen veroorzaakt – bij mensen met een sterk verminderde afweer. Dat zijn voornamelijk ouderen, patiënten die immuunremmers gebruiken (bijvoorbeeld na een orgaantransplantatie) of met aandoeningen die voor een verminderde afweer zorgen (zoals een auto-immuunziekte of kanker). Net als met het coronavirus dus.
“Mensen met een gezond en sterk immuunsysteem hebben er geen probleem mee zich van de gist te ontdoen voor deze zich in het bloed nestelt”, stelt Mariolina Bruno, C. auris-onderzoeker in het Radboud Universitair Medisch Centrum. “Maar zij kunnen wel gistcellen met zich meedragen op hun huid en zo kwetsbaren besmetten.” Weer kunnen we de vergelijking met COVID-19 trekken. Alleen is er dit keer geen mogelijke waarschuwing in de vorm van een kuchje of gesnotter. Bruno spreekt van ‘een stille pandemie’.
C. auris heeft er dus een sport van gemaakt vooral mensen met een verzwakte gezondheid te treffen. Veel van hen bevinden zich vaak in ziekenhuizen of verzorgingstehuizen. En daar gaat de schimmel momenteel hard rond. Dat komt door meerdere factoren, stelt Bruno. “Ten eerste is C. auris ongewoon resistent tegen desinfectie- en schimmeldodende middelen.” Daarnaast is hij volgens Bruno een taai micro-organisme als het gaat om overleving buiten het lichaam. “Hij kan weken blijven ‘plakken’ op metaal, plastic en andere oppervlakten dankzij de vorming van droge biofilms (een laagje microben in slijm, hun ‘bedje’).” En ten slotte is C. auris lastig te herkennen en daarmee te diagnosticeren. “Omdat hij erg lijkt op andere candida-soorten wordt hij er vaak mee verward.”
Opwarming van de aarde
Inmiddels heeft C. auris zich via ziekenhuizen en verzorgingstehuizen verspreid in meer dan vijftig landen op alle continenten, behalve Antarctica. In Noord-Italië zijn er bij uitbraken zeker 277 gevallen opgedoken, ook Spanje en het Verenigd Koninkrijk zijn getroffen. Het is onbekend hoeveel doden er tot nu toe zijn te betreuren. In Nederland zijn er volgens het RIVM vooralsnog slechts een handjevol besmettingen bekend; geen van hen is eraan overleden.
Hoe kan de dodelijke gist aan zo’n snelle opmars bezig zijn? Misschien ligt het aan de opwarming van de aarde, opperde de Amerikaanse microbioloog Arturo Casadevall in 2019 nog in een studie in ASM Journals. Die stelling acht Meijer zeker geloofwaardig. “C. auris groeit bewezen beter bij iets hogere temperaturen. Je ziet het ook bij Aspergillus-schimmels, die steeds meer koraal opeten door de warmere oceanen bijvoorbeeld. Klimaatverandering zal veel meer micro-organismen in de kaart spelen.” Bruno beaamt dit en voegt toe: “Je ziet bijvoorbeeld ook dat C. auris extra goed gedijt in patiënten die koorts hebben door de infectie.”
Alleen bij insecten
Maar er is nog een reden dat we in toekomst steeds gevaarlijkere schimmels kunnen verwachten. “Namelijk het brede scala aan behandelingen dat we tegenwoordig in ziekenhuizen hebben”, zegt Meijer. “Denk aan transplantatie van steeds meer soorten organen en weefsels, innovatieve immuuntherapieën, meerdere soorten corticosteroïden (ontstekingsremmers, die vaak langdurig worden gebruikt), enzovoorts. Patiënten die deze behandelingen ondergaan krijgen een zwakker afweersysteem en zijn daardoor gevoeliger voor een ernstige schimmelinfectie en dan kent zo’n ziekte ook gelijk een hoge sterfte.” Bovendien worden mensen steeds ouder; en hoe ouder, hoe vatbaarder voor infecties.
We kunnen dus steeds vaker aanvallen van gevaarlijke schimmels verwachten, maar zouden ze ons zelfs uitroeien of in bloeddorstige zombies veranderen à la The Last of Us? De boosdoener in de serie, Cordyceps of Ophiocordyceps unilateralis, is een bestaande schimmel die de hersenen van mieren of spinnen aantast. De dieren gedragen zich vervolgens vreemd en zoeken bijvoorbeeld hogere grond op. Zo zijn ze dichter bij zonlicht en warmte, wat de voortplanting van de schimmel ten goede komt. Meijer denkt dat het bij mensen niet zo’n vaart zal lopen. “Het parasiteren van een menselijk brein met een hogere lichaamstemperatuur, adequate barrières (zoals huid en schedel) en vervolgens het omzeilen van het immuunsysteem zal veel moeilijker zijn dan bij insecten het geval is.”
Medicijnen maken
Geen zombie-apocalyps door een schimmel dus. “Maar hoewel fictie, kan zo’n tv-serie wel het besef onder de samenleving laten groeien dat het gevaar van sommige schimmels reëel is voor bepaalde groepen mensen”, stelt Bruno. Verder is het zaak dat ziekenhuizen en verzorgingstehuizen goed voorbereid zijn op uitbraken. “Hierin heeft het expertisecentrum schimmelinfecties RadboudUMC-CWZ een cruciale rol”, vertelt Meijer. “Wij monitoren het voorkomen van besmettingen nauwlettend en oefenen samen met het RIVM de protocollen door uitbraken in scène te zetten. Tijdens zo’n fictieve infectie wordt de hele keten getest: van de afname van materiaal bij de ‘patiënt’ tot de diagnose, isolatie en hygiëne.”
En als we dus vroeg of laat midden in een schimmeluitbraak zitten, zijn er dan nog medicijnen die het de kop kunnen indrukken? Of is het de rit uitzitten tot er vaccins zijn, zoals met COVID-19? Eerder gaven we al aan dat C. auris resistent kan zijn tegen bestaande antischimmelmiddelen. Maar het immuunsysteem van gezonde mensen werkt nog wel goed tegen de hardnekkige schimmel. Zouden we dit kunnen nabootsen met medicijnen?
Uit onderzoek van Bruno blijkt dat bepaalde eiwitten van de celwand van C. auris een rol spelen bij de herkenning en opruiming van de ziekteverwekker door onze afweercellen. Door medicijnen die specifiek deze onderdelen vinden en vervolgens kapot maken (en daarmee het immuunsysteem van de patiënten helpen), leggen de schimmelcellen het loodje. Deze middelen worden op dit moment op veiligheid en effectiviteit onderzocht. Ook kunnen de eiwitten de basis vormen voor vaccins tegen de schimmel. Maar het kan nog jaren duren voor we dit soort middelen daadwerkelijk kunnen inzetten tegen C. auris en consorten.
Train dat immuunsysteem!
Tot die tijd blijft het aanpoten en ons eigen immuunsysteem zo sterk mogelijk maken, geeft Bruno aan. “Hygiëne is natuurlijk belangrijk, maar overdrijf het niet. Ga lekker de natuur in en laat kinderen af en toe eens goed vies worden in de modder. Dat brengt ons in contact met onder meer schimmels. Dan train je je immuunsysteem en daar heb je een leven lang profijt van.”
Bronnen: Radboud UMC, NVMM, Yale University, NRC
Openingsbeeld: © Getty Images