Kustdiertjes ‘raften’ op puin van tsunami

Marysa van den Berg

29 september 2017 15:59

tsunami

Japanse kustdiertjes hebben na de grote tsunami van 2011 op plastic ‘vlotten’ de oceaan overgestoken en zijn na een lange reis op de Amerikaanse kusten beland.

In maart 2011 veroorzaakte een zeebeving bij de kust van het Japanse eiland Honshu een tsunami van meer dan 15 meter hoog die veel schade aanrichtte. De golf overspoelde Japan en trok bij terugtrekking veel puin met zich mee. Nu blijkt dat deze stukken puin perfecte ‘vlotten’ waren voor de kleine diertjes in de kusten rondom Japan. Ze begonnen aan een reis die hen helemaal tot aan Hawaï en de Amerikaanse westkust bracht. Dat ontdekte een team biologen van onder meer het Smithsonian Environmental Center.

De onderzoekers verzamelden tsunami-puin aangespoeld op de Amerikaanse kusten. (James T. Cariton)

289 soorten

Een jaar na de verwoestende tsunami kwamen de eerste vlotten en hun reizigers aan op de Amerikaanse kusten. En zelfs tot begin dit jaar zijn er tsunami-brokstukken met diertjes erop aangetroffen. In totaal stuitten de onderzoekers op 289 soorten op onder andere Japanse boeien, kratten, vaten, onderdelen van havens en kapotte vissersboten. Zeker tweederde van de soorten komt niet voor langs Amerikaanse kusten, maar wel in Japan.

Een breed scala aan dieren had de trektocht gemaakt. Het grootste deel bestond uit mossels, maar ook wormen, hydroïdpoliepen (zeeanemonen en kwalachtigen), kleine kreeftachtigen en mosdiertjes hadden de reis overleefd.

Japanse oesters werden aangetroffen op een Japanse boei aangespoeld in 2012 bij Oregon. (James T. Cariton)

Trage vlotten

De wetenschappers hadden niet verwacht dat zo veel kustdiertjes de reis helemaal vanuit Japan zouden overleven. Want de open zee is een grilligere omgeving dan het gemoedelijke ondiepe water van de kust.

Toch valt de vinding prima te verklaren, schrijven ze in hun publicatie in Science. De snelheid van de vlotten zal ongeveer 2 tot 4 kilometer per uur zijn geweest (in tegenstelling tot de 35 kilometer per uur die commerciële schepen varen), zodat de beestjes rustig aan hun nieuwe omgeving konden aanpassen.

Japanse zeesterren gevonden op een stuk vissersboot aangespoeld bij Orgegon in 2012. (John W. Chapman)

Vastklampende larven

De diertjes gedijden er zelfs zo goed, dat ongeveer 20 procent van de soorten zich ook gingen voortplanten op de vlotten. En omdat veel puin bestond uit plastic konden de resulterende larven er zich prima aan vastklampen. Het duurzame materiaal zelf houdt het minstens 6 jaar uit voor het gaat afbreken, genoeg tijd voor de diertjes om de oceaan over te steken.

Overigens hebben de beestjes nog geen kolonies gevormd op de Amerikaanse kusten. Dit is een proces dat jaren de tijd nodig heeft. Maar de auteurs van de studie denken dat het nog zeker gaat gebeuren.

Extreme ‘lift’

“Voor veel zeedieren is het meeliften aan of in drijvende voorwerpen een belangrijke manier van verspreiding”, zegt mariene ecoloog Lodewijk van Walraven (NIOZ). “Zo ontdekten ik en een collega op Texel een nieuwe soort zeenaaktslak in Nederland op Japans bessenwier dat waarschijnlijk vanaf een zuidelijkere plek onze wateren binnen was gedreven.”

Het verbaast Van Walraven dan ook niet dat kustdiertjes uit Japan helemaal naar Amerika zijn ‘gevaren’. “Maar dit is wel een extreem voorbeeld. Door zulke kunstmatige structuren kunnen de dieren een veel langere ‘lift’ krijgen. De vraag is wat het gevolg van deze invasieve soorten zijn voor de inheemse kustdieren in Amerika.”

Gerhard Cadée, collega van Van Walraven aan het NIOZ, is niet zo onder de indruk van de studie. “Transoceanisch transport per drijvend materiaal is al langer bekend. Over transport van bijvoorbeeld mosdiertjes op plastic verschenen 30 jaar geleden al artikelen. De rol van tsunami’s is echter nieuw. Om daar nu zo’n hype van te maken lijkt me wat overdreven.”

Nog meer trektochten

In de toekomst gaan we waarschijnlijk nog meer van dit soort trektochten van zeediertjes zien. Jaarlijks wordt namelijk meer dan 10 miljoen ton aan plastic in zee gedumpt. Ook orkanen dragen hun steentje bij door puin de zee in te laten waaien. En doordat het aantal orkanen op jaarbasis door klimaatverandering alleen maar zal toenemen, leidt dat tot meer vlotten voor de kustdiertjes. Maar of we daar nu zo blij mee zijn?

Bronnen: Science, Science perspectiveSmithsonian via EurekAlert!, Oregan State University via EurekAlert!

Beeld boven artikel: John W. Chapman

Lees ook:

Cover Kijk 10Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Bestel dan hier ons nieuwste nummer. Abonnee worden? Dat kan hier!