Laat Rijkswaterstaat een bom ontploffen?

KIJK-redactie

13 april 2017 09:00

bom

Rijkswaterstaat start in 2019 met het doortrekken van de A16 naar de A13 nabij Rotterdam. Ontploft er een bom uit de Tweede Wereldoorlog als de schop de grond ingaat?

In 2019 start Rijkswaterstaat met de aanleg van een nieuw stukje snelweg bij Rotterdam. Maar hoe verstandig is het om de spreekwoordelijke schop de grond in te steken als er nog bommen in de grond kunnen liggen? Het risico was voor Rijkswaterstaat onaanvaardbaar groot om zomaar te beginnen.

Welke bom ontplofte niet?

Tussen 10 en 14 mei 1940 maakten Duitse grondtroepen opmars naar Rotterdam. De Nederlandse krijgsmacht probeerde die opmars te stoppen, met hevige gevechten rond de stad tot gevolg. Bijgestaan door de Luftwaffe, die in die dagen ten minste 20 luchtaanvallen uitvoerde en het centrum van de stad op 14 mei in een vernietigend bombardement verwoestte, wonnen de Duitsers die strijd.

Maar daarmee kwam het verhaal niet ten einde. Een deel van de projectielen die toentertijd werd afgeschoten en afgeworpen, ontplofte niet. Deze bommen begroeven zich in de zachte grond en zijn nog niet allemaal teruggevonden en onschadelijk gemaakt. Inmiddels zijn we bijna 77 jaar verder en is dit een reëel probleem voor de ingenieurs van Rijkswaterstaat die de A16 willen doortrekken naar de A13.

Rijkswaterstaat liet daarom historisch onderzoek uitvoeren door explosievenbureau REASeuro en ingenieursbedrijf Saricon om na te gaan op welke locaties rond het tracé onontplofte projectielen kunnen worden verwacht. Het blijkt dat de toekomstige A16 vlakbij één van de gevechtslinies van toen ligt: Overschie. Iets ten noorden daarvan komt de aansluiting met de A13.

Archieven

De onderzoekers hebben de gebeurtenissen op deze locatie en andere gevechtslocaties nauwkeurig in kaart gebracht voor Rijkswaterstaat. Daarvoor doken ze in literatuur en de gemeentearchieven van Rotterdam, Hilligersberg, Bergschenhoek en Berkel en Rodenrijs. Maar ze bekeken ook oude luchtfoto’s op zoek naar sporen van bominslagen. Verder werden oude vluchtgegevens bestudeerd evenals gevechts- en getuigenverslagen uit (militaire) archieven in Londen, Washington en Freiburg.

Maar de onderzoekers keken ook naar waar vliegtuigen waren gecrasht en of er mijnenvelden of militaire bases waren. Want ook dankzij die zaken kunnen er nu nog explosieven onder de grond liggen. Zo ontstond een vrij precies beeld van waar werd gevochten en zelfs welke munitie werd gebruikt. Bovendien bleek dat niet alleen de Duitsers in de meidagen van 1940 hun projectielen nagelaten hebben.

1943

Op 4 maart 1943 wierpen Amerikaanse bommenwerpers enkele 1000-ponder brisantbommen af in de buurt van Rotterdam The Hague Airport. (Eveneens bij de aansluiting met de A13.) Tenminste twaalf van die bommen zijn waarschijnlijk in de buurt van het A16-tracé neergekomen. Een detectiespecialist heeft daar met een zogeheten multisondesysteem bodemonderzoek verricht. Uiteindelijk werd er geen bom gevonden, maar wel fragmenten van een geëxplodeerd projectiel en enkele ouden pijpen. Die kwamen in februari 2017 aan het licht.

Dankzij het onderzoek is het risico nu aanvaardbaar voor de graafmachines en de spreekwoordelijke schop om in 2019 de grond in te gaan. Volgens de planning is het stukje snelweg vanaf knooppunt Terbregse Plein tot de A13 in 2024 klaar.

Bron: Rijkswaterstaat