Lancering laatste spaceshuttle gepland voor morgen

kijkmagazine

07 juli 2011 16:00

Spaceshuttle Atlantis

Als het weer meezit, vindt morgen de allerlaatste lancering van een spaceshuttle plaats.

Al 32 keer eerder maakte spaceshuttle Atlantis een retourtje ruimte. Onder andere was het de eerste shuttle die het Russische ruimtestation Mir bezocht, en de shuttle waarmee ruimtetelescoop Hubble zijn laatste opknapbeurt kreeg. Deze laatste keer gaat de reis, net als bij de meeste andere shuttlevluchten van de afgelopen jaren, naar het internationale ruimtestation ISS.

Het is alleen nog even de vraag of de lancering daadwerkelijk kan plaatsvinden. Op het moment van schrijven zijn de berichten nog niet heel bemoedigend: de NASA schat de kans dat het weer morgen roet in het eten gooit op 70 procent. Voor komend weekend zijn de voorspellingen wat gunstiger: op zaterdag is de kans op een no-go 60 procent, op zondag 40 procent.

Aan boord van Atlantis bevindt zich de Raffaello. Deze multi-purpose logistics module is gevuld met voorraden en reservegereedschap voor het ISS, om ervoor te zorgen dat het ruimtestation na de beëindiging van het shuttleprogramma goed kan blijven functioneren. Is de Raffaello-module eenmaal leeggehaald, dan wordt hij gevuld met lading die Atlantis van het ISS naar de aarde moet brengen.

Verder heeft de shuttle de Robotic Fuelling Mission bij zich. Dit is een experiment dat zich gaat richten op het geautomatiseerd bijtanken van satellieten in de ruimte.

Als de lancering morgen plaatsvindt, duurt de missie tot 20 juli 2011. Daarna is het dus definitief einde oefening voor de spaceshuttles. Het logo van deze Atlantismissie is dan ook, heel toepasselijk, voorzien van een omega, de laatste letter van het Griekse alfabet.

Voor een evaluatie van het shuttleprogramma zie het openingsartikel van KIJK 6/2011. Meer informatie over de missie van Atlantis vind je bij de NASA. Bij de ESA kun je een twaalf minuten durende documentaire over de geschiedenis van de spaceshuttle bekijken.

Bron: NASA

Beeld: Frankie Martin/NASA