Deze langnekdino blijkt de allerlangste nek te hebben

June Ying van Dam

21 maart 2023 09:30

Mamenchisaurus sinocanadorum

Met wel 3 meter overstijgt de Mamenchisaurus sinocanadorum de voormalige recordhouder ‘dier met langste nek ooit’.

De giraf heeft met ruim 2 meter de langste nek van alle dieren. Of, nou ja, van alle levende dieren. Meer dan honderd miljoen jaar geleden staken dinosaurussen van de soort Sauroposeidon er namelijk – letterlijk en figuurlijk – bovenuit, met een nek van wel 12 meter lang. Maar nu hebben onderzoekers de baas boven baas ontdekt: Mamenchisaurus sinocanadorum bleek een neklengte te hebben van meer dan 15 meter. Daarmee wint deze dino nu de titel van ‘dier met langste nek ooit’.

Lees ook:

Appartementencomplex

Mamenchisaurus sinocanadorum werd als incompleet fossiel ontdekt in China in 1987 door het team van het China-Canada Dinosaur Project, waarnaar hij ook vernoemd is. In het late Juratijdperk, ongeveer 162 miljoen jaar geleden, liep deze viervoetige herbivoor over de aardbol. De soort hoort bij de Sauropoda, een clade van gigantische dinosaurussen waar ook de beroemde Brachiosaurus bij hoort. Sauropoden staan bekend om hun grote, gedrongen tonvormige lichaam met daaronder vier kolossale olifantachtige poten, met een lange nek aan de ene kant en een contragewicht van een staart aan de andere kant. M. sinocanadorum was geen uitzondering op dit bouwplan.

Uitzoeken welke van de Sauropoda nu precies de langste nek heeft, is een hele uitdaging. Complete skeletten van deze dino’s zijn namelijk lastig te vinden. Zo zou er een gat ter grootte van een appartementencomplex nodig zijn om een van deze reuzen volledig te fossiliseren.

Voorlopig recordhouder

Onderzoekers aan de Stony Brook University, het London Natural History Museum, Yunnan University en het Zigong Dinosaur Museum werkten samen om de evolutionaire geschiedenis van de Mamenchisauridae-familie te bestuderen. Volgens Femke Holwerda, langnekdino-expert van het Canadese Royal Tyrell Museum, staat deze soort bekend om zijn lange nek, die ontstond door extra nekwervels te creëren. “In het Midden-Late Jura had een Sauropode gemiddeld 10-12 nekwervels”, legt ze uit. “Mamenchi’s maakten daar wel 15-18 van! Ter vergelijking: wij hebben er maar zeven.”

Tijdens de studie vergeleken de onderzoekers de Mamenchisauridae-botten met die van nauw gerelateerde soorten waarvan er meer complete skeletten beschikbaar zijn. Van die bekende gegevens konden ze vervolgens de afmetingen van de Mamenchisauridae afleiden. Zo concludeerden ze dat Mamenchisaurus sinocanadorum een nek had van ongeveer 15,1 meter lang. In een persbericht zegt hoofdauteur Andrew Moore: “Met een 15 meter lange nek lijkt het erop dat de M. sinocanadorum een recordhouder zou kunnen zijn – tenminste, tot er een dinosaurus met een langere wordt ontdekt”.

Voordelig lang

Dennis Voeten, paleontoloog aan de Zweedse Uppsala-universiteit, houdt ook een slag om de arm. “Hoewel de benadering van dit onderzoek goed te verdedigen is, weten we feitelijk pas echt zeker hoe lang de nek van M. sinocanadorum was als een complete nek gevonden wordt.” Aangezien het al bekend was dat deze soort een heel erg lange nek had, zijn zowel Voeten als Holwerda niet volledig verrast door die paar extra meter. Holwerda: “Kennelijk was er iets in hun milieu wat zo’n extreem lange nek, zelfs onder de langnekdino’s van het Midden-Late Jura, tot een voordeel maakte”.

En of er toen dino’s met nog langere nekken rondliepen? Beide experts denken van wel. Bovendien noemt Voeten fossilisatie een vrij zeldzaam proces. “Daarbij zou het wel heel toevallig zijn als we de langste vertegenwoordiger van een soort die ooit geleefd heeft, zouden vinden. Er zijn dus ongetwijfeld exemplaren geweest met nog langere nekken.”

Vogelskelet

Uit de ontdekking ontstond gelijk een nieuwe vraag: hoe kon deze dino zichzelf ondersteunen zonder te bezwijken onder zijn eigen gewicht? Ook daar vonden de onderzoekers een antwoord op. CT scans van de wervels lieten namelijk zien dat tot 77 procent van de botten bestond uit lucht. De botten waren dus grotendeels hol, wat ze relatief licht maakte. Dit gewichtsbesparende mechanisme zien we ook terug in de skeletten van vogels tegenwoordig.

Maar zulke lichte botten breken wel gemakkelijk. Om dat te voorkomen, werden de nekbotten versterkt door 4 meter lange ‘halsribben’, verlengingen van de wervels die aan weerszijden van de nek staafbundels vormden. Hierdoor kon M. sinocanadorum zo’n lange maar ook stijve nek evolueren. Voeten: “Een grappig detail is dat eenzelfde principe ten grondslag lag aan de evolutie van de oudere en totaal ongerelateerde Tanystropheus, oftewel het slangehalsreptiel, waarvan ook fossielen in het Nederlandse Winterswijk zijn gevonden. We zien vaker dat evolutie vergelijkbare ‘oplossingen’ in verschillende diergroepen vindt om tot bepaalde aanpassingen te komen.”

Update 21 maart 2023 (11.00): Dit artikel is verder uitgebreid met citaten van paleontoloog Dennis Voeten (Uppsala-universiteit, Zweden).
Update 23 maart 2023: Dit artikel is verder uitgebreid met citaten van langnekdino-expert Femke Holwerda (Canadese Royal Tyrell Museum).

Bronnen: Journal of Systematic Palaeontology, Dennis Voeten, Femke Holwerda, New Atlas, Natural History Museum

Beeld: Júlia d’Oliveira

Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!