Lezen met Spritz: dubbel zo snel, half zo goed?

KIJK-redactie

24 maart 2014 09:00

Met Spritz zou je 1000 woorden per minuut kunnen lezen. Maar is deze veelbesproken app echt zo handig als hij lijkt? Experimenteel psychologen Wout Duthoo en Durk Talsma geven duidelijkheid.

Het jonge technologiebedrijf Spritz steekt zijn ambities niet onder stoelen of banken. Met hun eerste app mikken ze op niets minder dan een revolutie in de manier waarop we lezen. Daartoe ontwikkelde het bedrijf een op het eerste gezicht innovatief staaltje technologie: Spritz laat zinnen, alinea’s en pagina’s voor wat ze zijn, en vuurt in plaats daarvan de woorden één voor één in sneltempo op onze ogen af.

Het uitgangspunt? De oogbewegingen die we maken tijdens het lezen zijn een verspilling van tijd en energie. Neem je die weg, dan lezen we dubbel zo snel en efficiënt. Wie wat meer oefent, kan de snelheid zelfs opdrijven tot maar liefst duizend woorden per minuut.

De uitgekiende mediacampagne waarmee Spritz sociale netwerken en nieuwssites bestormt, belooft dat we straks The hobbit in anderhalf uur verslinden. Ook al is de app officieel nog niet uit, nu al lijkt de wereld storm te lopen voor Spritz. In dit artikel nemen we de wetenschappelijke ondersteuning voor het ‘lezen van de toekomst’ kritisch onder de loep.

Weg met oogbewegingen

Ook al kost lezen ons ogenschijnlijk geen moeite, ons brein klokt wel degelijk overuren om de enorme lappen tekst te verwerken die we dagelijks op ons bord krijgen. Lezen is dan ook een complex proces. Zo houden onze ogen lang niet halt bij ieder woord van de zin. Ons brein kiest strategisch locaties uit waarop we onze blik richten en stuurt vervolgens de ogen aan om naar een punt verderop in de zin te springen.

Als we struikelen over de betekenis van een woord, blijft onze blik wat langer hangen. Bij complexe zinnen, die vaak een wat moeilijkere zinsstructuur kennen, keren we bovendien nog weleens terug. Tijdens het lezen zijn onze ogen dus voortdurend in beweging. En dat kost tijd. De ontwikkelaars van Spritz claimen dat we hier 80 procent van onze leestijd aan wijden.

Door deze oogbewegingen overbodig te maken, zouden we onze leessnelheid aanzienlijk kunnen verhogen. Een veelgebruikte methode bestaat eruit om de woorden van een zin een voor een aan te bieden in een lange, onafgebroken stroom. Veel leesversnellers op de markt berusten op dit principe. Waar een gemiddelde lezer gemiddeld zo’n 220 woorden per minuut verwerkt, kan een leesversneller het tempo opdrijven naar 500 of zelfs 1000 woorden per minuut.

Spritz onderscheidt zich van de concurrentie door rekening te houden met de positie binnen een woord waarop de ogen zich het beste kunnen richten om snel de betekenis te achterhalen. De software lijnt elk woord uit op dit optimale punt en kleurt de bijhorende letter rood. Die positie ligt in het algemeen iets meer naar links. Andere leesversnellers bieden elk woord gecentreerd aan. Het team achter Spritz beweert dat dit een extra inspanning van de lezer vergt, omdat die de ogen alsnog wat naar links moet bewegen om de tekst goed te begrijpen.

De ontwikkelaars van Spritz lieten zich duidelijk inspireren door jarenlang psychologisch onderzoek naar taalverwerking. Zo is er afdoende bewijs dat de snelheid waarmee we lezen en woorden begrijpen sterk afhangt van de positie in het woord waar onze blik op valt. Richten we de ogen op het punt links van het midden, dan lezen we zowel korte als lange(re) woorden een stuk vlotter. Door deze positie te accentueren, helpt Spritz de lezer een stuk vooruit. Op dit vlak heeft de software dan ook een streepje voor op de concurrerende leesversnellers.

Ook het idee om woorden een voor een in een ononderbroken stroom aan te bieden, ontlenen leesversnellers aan de psychologie. Met dit soort snelle seriële presentatie wordt al sinds de vroege jaren zestig geëxperimenteerd. Zo toonde onderzoek zo’n dertig jaar geleden reeds aan dat de methode goed werkt voor enkele zinnen of korte brokken tekst.

Bij langere lappen tekst gaat snelle presentatie echter ten koste van tekstbegrip. Proefpersonen die de tekst scanden op zoek naar belangrijke steekwoorden, slaagden er beter in de inhoud te vatten en te onthouden dan de proefpersonen die lazen via de seriële presentatie methode.

Bovendien lijken tekstversnellers een andere robuuste bevinding uit de cognitieve psychologie over het hoofd te zien: de attentional blink, de blinde vlek in onze aandacht. Deze wordt doorgaans aangetoond door proefpersonen te vragen letters te detecteren te midden van een reeks cijfers. Net als bij Spritz wordt deze reeks een voor een en in een snel tempo op de proefpersonen afgevuurd. Die slagen er gewoonlijk perfect in om de eerste letter te detecteren. Komt de tweede letter echter niet veel later na de eerste, dan zien de proefpersonen deze doorgaans over het hoofd. Het is alsof ons brein even knippert, en kortstondig enkele visuele prikkels laat passeren om eerder aangeboden informatie beter te kunnen verwerken. Zeker op hogere snelheden is het niet ondenkbaar dat deze attentional blink roet in het eten komt gooien tijdens het spritzen.

Ten slotte kun je vraagtekens zetten bij de claim van de Spritz-ontwikkelaars dat we tijdens het lezen tot 80 procent van onze tijd ‘verspillen’ aan oogbewegingen. Die oogbewegingen gaan namelijk sneller dan welke andere menselijke spierreactie dan ook. Tijdens het lezen neemt zo’n oogbeweging gemiddeld 30 milliseconden in beslag. Daarnaast is het zo dat we bij het ‘normale’ lezen niet enkel het woord waarop we onze ogen richten, maar ook een flink stuk daarnaast (zo’n tien à vijftien karakters rechts ervan) verwerken. Zodoende ‘weet’ het brein alvast waar in de tekst onze ogen nadien even horen stil te staan.

Het meest tijdrovend zijn de oogbewegingen die ons een stukje terug in de tekst nemen. Als we een zin de eerste keer niet helemaal hebben begrepen, of een passage even willen opnieuw lezen, springen onze ogen vaak terug. Dit kost uiteraard tijd, maar is wel essentieel voor ons tekstbegrip. Het is niet verwonderlijk dat dit vooral afhankelijk blijkt van de tekstmoeilijkheid. In Spritz raast de tekst evenwel onverbiddelijk voort.

Boeken overbodig?

Spritz komt in eerste instantie op de markt als blikvanger van de nieuwste generatie Samsung smartphones en smartwatches. Op de kleine schermen van die toestellen lijkt de software dan ook het best tot zijn recht te komen. De snelle stroom aan woorden maakt scrollen, pannen, in- en uitzoomen overbodig. Wie straks kort de hoofdpunten van het nieuws wil doornemen en vlot een mail of sms’je wil lezen, heeft er met Spritz hoogstwaarschijnlijk een bondgenoot bij.

Stellen dat Spritz niet veel later ook boeken overbodig maakt, lijkt evenwel een brug te ver. Alle wetenschappelijke studies naar snellezen wijzen erop dat de gewonnen tijd vaak ten koste gaat van het begrip. Een mooie of moeilijke tekst vraagt immers vaak een herhaalde lezing, of een moment om alles even te laten inwerken. Totdat onafhankelijk onderzoek uitwijst dat spritzen tekstbegrip niet in de weg staat (of zelfs verbetert, zoals de ontwikkelaars beweren), lijkt enige terughoudendheid rond de marketingstunt van Spritz op zijn plaats. De bedenkingen brengen acteur en regisseur Woody Allen in herinnering, die ook niet meteen onder de indruk was van een spoedcursus snellezen: “Ik heb een cursus snellezen gevolgd en kon toen Oorlog en vrede in twintig minuten uitlezen. Het ging over Rusland.”

Concluderen kunnen we zeggen dat technologiebedrijf Spritz met zijn snelleessoftware een interessant product en een strak gecoördineerde mediacampagne heeft uitgedacht. Spritz leent zich mogelijk prima voor een snelle update van nieuws en e-mailberichten op de smartphone van de toekomst, maar valt hoogstwaarschijnlijk te licht uit om het traditionele lezen volledig te vervangen. Wie graag een tekst helemaal begrijpt, liever niet te veel woorden mist en af en toe wil terugkeren naar een moeilijke of mooie tekstpassage, is voorlopig een stuk beter af met een ouderwets boek.

Wout Duthoo en Durk Talsma zijn respectievelijk als postdoc en als universitair docent verbonden aan de vakgroep experimentele psychologie van de Universiteit Gent.