Luchtvaarthistorie: the bomber gap

André Kesseler

06 juli 2014 13:00

Elke zondag op de KIJK-site: een legendarische gebeurtenis of een opmerkelijk vliegtuig uit de luchtvaartgeschiedenis. Deze keer: Amerika’s blinde paniek om het gebrek aan bommenwerpers.

De Amerikaanse militair attaché kolonel Charles Taylor was te gast op een Sovjet-luchtmachtdag en zat op de tribune. Het was juli 1954. Vier jaar eerder hadden de Russen, tot grote schrik van de Amerikanen, hun eerste atoombom tot ontploffing gebracht. De rakettechnologie stond nog in de kinderschoenen en om die atoombommen af te kunnen leveren, hadden ook de Russen dus bommenwerpers nodig. En de Amerikanen kregen het nare gevoel dat de Russische defensie-industrie op volle toeren draaide en dat het land in no time over veel meer strategische bommenwerpers kon beschikken dan zij.

Een van de redenen waarom Taylor op de tribune zat, was om eens te kijken wat de Russen zoal in huis hadden. Opeens denderden er negen Mjasisjtsjev M-4-bommenwerpers laag over de tribunes. Het toestel was gebaseerd op een Amerikaanse B-29 die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Rusland was geland en die vervolgens door Russische vliegtuigontwerpers binnenstebuiten was gekeerd en gekopieerd.

Niet lang nadat de eerste tien vliegtuigen in de verte verdwenen waren, dook een nieuwe zwerm op van maar liefst achttien M-4’s… Taylor telde de toestellen voor de zekerheid nog een keer en schrok. Een jaar eerder waren de eerste exemplaren van het viermotorige gevechtsvliegtuig (NAVO-codenaam: Bison) uit de fabriek gerold en nu hadden de commies er al 28!

1000 bommenwerpers

Taylors informatie zaaide paniek in Washington. Als de Russen zo snel bommenwerpers konden bouwen, zouden ze over een paar jaar weleens meer van die toestellen kunnen hebben dan de Amerikanen en ontstond er een een gat; een heuse bomber gap. Geschat werd dat de Russen binnen een jaar of zeven over negenhonderd tot duizend bommenwerpers konden beschikken die zomaar in staat zouden zijn hun dodelijke lading over Amerika uit te strooien.

Senator Stuart Symington, een democraat uit Missouri met presidentiële ambities, werd voorzitter van een comité dat de zaak onderzocht. En de conclusie die hij in 1956 presenteerde, was somber. Als de Amerikaanse luchtmacht niet veel meer geld kreeg, zou de Sovjet-Unie binnen drie tot vijf jaar op het gebied van bommenwerpers superieur zijn aan de Amerikanen. En, zoals generaal Curtis LeMay het voor het comité verwoordde: “De USSR is vanaf 1958 sterker dan wij, en dat betekent uiteraard dat als het land zich sterker voelt, het het gevoel kan krijgen dat het wel kan aanvallen.”

Intercontinentaal bombarderen

CIA-chef Allen Dulles schreef op zijn beurt dat de Russen de M-4 schijnbaar als speerpunt van hun offensieve kracht hadden gekozen en dat het verstandig zou zijn als ook de Amerikanen de productie van dergelijke toestellen gingen opvoeren. En zo werd president Dwight D. Eisenhower van alle kanten onder druk gezet om de productie van Amerikaanse bommenwerpers drastisch op te voeren.

Het zou dan gaan om de B-47 Strato-jet en de Boeing B-52 Stratofortress. De laatste zou uitgroeien tot een formidabel wapen dat nog steeds wordt ingezet, maar in 1954 waren de productielijnen nog maar net opgestart. En de Strato-jet (hieronder) kampte met een hele reeks technische kinderziektes.

1280px-Boeing_B-47E_Stratojet_51-2394

Het werd allemaal nog veel erger, want op 4 oktober 1957 lanceerden de Russen de Spoetnik, hun eerste satelliet. De Amerikanen waren er altijd van uitgegaan dat ze wat rakettechnologie betrof mijlenver op de Russen voorlagen. Maar dat bleek dus vies tegen te vallen. De CIA schatte dat de Russen in 1961 weleens over meer dan vijfhonderd intercontinentale ballistische raketten (ICBM’s) konden beschikken. Specialisten van de Amerikaanse luchtmacht vonden dat gevaarlijk bescheiden; duizend Russische ICBMs kwam volgens hen meer in de richting.

AD7h3RCT

Nikita Chroesjtsjov was premier van de Sovjet-Unie tussen 7 september 1953 tot 14 oktober 1964.

Nikita Chroesjtsjov, sinds 1953 premier van de Sovjet-Unie, was graag bereid de Amerikanen op de kast te jagen. “We produceren langeafstandsraketten als worstjes”, zei hij. Een van de fabrieken, zo vervolgde hij, produceerde meer dan 250 van dat soort raketten per jaar.

Veel Amerikanen slikten de Russische opschepperij als zoete koek. En uiteraard werd de druk opnieuw opgevoerd om nog meer geld in de wapenwedloop te pompen en nog betere wapens te ontwikkelen.

President Eisenhouwer was skeptisch over de bomber gap en liet zich niet gek maken. Hij weerstond de enorme druk van de defensie-industrie en waarschuwde aan het eind van zijn termijn in een afscheidsrede zelfs voor de gevaarlijke macht van het “militair-industrieel complex, dat bewust of onbewust onrechtmatige invloed verkrijgt”.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Maar het gebrek aan betrouwbare informatie over wat er allemaal achter het IJzeren Gordijn gebeurde, bleef een enorme frustratie voor de Amerikanen. Om een goed beeld te krijgen van wat de Russen nou echt aan bommenwerpers en ICBM’s in huis hadden, deed Eisenhower de Sovjet-Unie een voorstel. Beide grootmachten zouden de gelegenheid krijgen om met verkenningsvliegtuigen over elkaars grondgebied te vliegen. De officiële lezing van het Open Skies-voorstel: “…en met deze stap de wereld en elkaar ervan te overtuigen dat er geen grote verrassingsaanval wordt gepland, en zo het gevaar te verminderen en de spanning te verlagen.”

Dragon Lady

De Russen weigerden. Waarschijnlijk omdat de open Amerikaanse samenleving hen voldoende kansen gaf om te achterhalen wat hun aartsvijand precies uitspookte. In zijn memoires (Mandate for change) gaf Eisenhower later ook toe dat de Amerikanen het grootste belang hadden bij Open Skies. Hij schreef dat de Russen meer dan genoeg informatie uit Amerikaanse kranten, luchtfoto’s en wegenkaarten konden halen. Verkenningsvluchten zouden daar weinig aan hebben toegevoegd.

Eisenhower werd dus min of meer gedwongen tot plan B: de inzet van de in het diepste geheim door de Lockheed Skunk Works gebouwde U-2 Dragon Lady. Dit spionagevliegtuig was speciaal ontwikkeld om op een hoogte van meer dan 20 kilometer, ver buiten het bereik van vijandelijke luchtdoelraketten en zelfs straaljagers, foto’s van Russische doelen te kunnen maken. (Tenminste, dat dachten ze…)

US_Air_Force_U-2_(2139646280)

De vluchten waren gevaarlijk. De Russen zouden de schending van hun luchtruim zomaar als een daad van agressie uit kunnen leggen. Maar dat risico was voor Eisenhower schijnbaar ondergeschikt aan het gevaar van een bomber gap. En de U-2’s leverden een schat aan informatie.

In een interview met CNN zei U-2-piloot Marty Knutson: “Een van de vluchten bracht ons boven de Russische Engels-luchtmachtbasis. Tot mijn grote verrassing en vreugde stond het vol met M-4 Bisons. Ik wist meteen dat ik had ontdekt dat er wel degelijk een bomber gap was. Ik verwachtte zelfs een medaille als ik zou landen. Maar al snel bleek dat op de foto’s die ik gemaakt had niet een deel van de Russische bommenwerpers te zien, maar de complete vloot. Alle bommenwerpers stonden op dat ene veld.”

Wat de Amerikanen niet wisten, was dat ze enorm voor de gek waren gehouden. Toen de militair attaché Taylor op die Russische tribune zat, hadden de Russen nog maar tien M-4-bommenwerpers gebouwd. De 28 die hij voorbij zag vliegen, waren steeds dezelfde toestellen die twee keer langs de tribune werden gestuurd.

Ondermaatse M-4

Later bleek bovendien dat de M-4 niet presteerde zoals de Russen hadden gehoopt. Het vereiste bereik van 11.000 kilometer bleef beperkt tot 8000 kilometer en dat betekende dat de bommenwerpers hun lading niet boven Amerikaans grondgebied zouden kunnen droppen. Tenminste, als ze ook nog op een ‘eigen’ vliegveld moesten landen. In tegenstelling tot de Amerikanen hadden de Russen geen bases in het westen; de toestellen zouden daardoor weer helemaal naar Russisch grondgebied moeten vliegen.

r-_7__2

Uiteindelijk werden er maar 94 toestellen van dit type gebouwd. Die werden bovendien grotendeels gebruikt als maritieme verkenningsvliegtuigen of als tankers. Alleen de tien vliegtuigen die Taylor te zien kreeg en negen latere modellen hebben ooit met nucleaire wapens rondgevlogen.

Het rakettengat

Het missile-gap-probleem eindigde in het najaar van 1961, toen bleek dat de eerste Russische ICBM, bekend onder de NAVO-codenaam de SS-6 Sapwood (rechts), zo slecht functioneerde dat na vijftig exemplaren de stekker uit de productielijn werd getrokken. En de opvolger (inderdaad, de SS-7) kletterde bij tests om de haverklap uit de lucht.

Hoewel het Strategic Air Command van de Amerikaanse luchtmacht bleef volhouden dat de Russen tussen de tweehonderd en duizend intercontinentale raketten verborgen hielden, bleek dat absoluut niet uit de opnamen die met de U-2’s en (later) met spionagesatellieten als de CORONA werden gemaakt. De USAF kreeg uiteindelijk maar duizend van de gevraagde tienduizend strategische raketten. Meer dan genoeg trouwens om de wereld verschillende keren om zeep te helpen.

Mede door de observaties van Taylor en de druk van het militair-industrieel complex dat de paniek maar al te graag voedde, sloeg Amerika aan het produceren. Uiteindelijk werden er meer dan tweeduizend B-47’s en 750 B-52’s gebouwd – en dat allemaal vanwege de dreiging van een Russische beer die uiteindelijk veel minder grote tanden bleek te hebben dan men dacht.

Bronnen: Sterling Michael Pevelec The Military-Industrial Complex and American Society, WikipediaCold WarComplot! (André Kesseler en Leo Polak)

Beeld: USAF, Mjasisjtsjev