De ziekte van Lyme komt al miljoenen jaren voor, zo blijkt uit de fossielen van teken die de ziekte bij zich droegen.
In de Dominicaanse Republiek zijn vier fossielen van teken gevonden die op zijn minst 15 miljoen jaar oud zijn. Amerikaanse wetenschappers ontdekten dat in het lichaam van deze insecten groepen cellen aanwezig waren die erg leken op de cellen van de bacterie die de ziekte van Lyme veroorzaakt: de zogenoemde Borrelia-bacterie. Ver voor het bestaan van de mens zouden diersoorten dus al hebben gekampt met de ziekte.
Zieke ijsmummie
De fossielen van de teken zijn gevonden in barnsteen: de verharde hars van naaldbomen. Barnsteen behoudt zacht weefsel en microscopische cellen die anders chemisch worden afgebroken. Om deze reden waren de Borrelia-bacteriën nog intact en konden de onderzoekers aan de hand van de cellen van deze bacteriën bewijzen dat de ziekte van Lyme al miljoenen jaren geleden voorkwam.
Het oudst bekende bewijs van de ziekte van Lyme in de mens is ontdekt in 2012. In de 5300 jaar oude ijsmummie genaamd Ötzi, gevonden in de Oosterlijke Alpen, werd toen de Borrelia-bacterie aangetroffen. De mens droeg de ziekte dus hoogstwaarschijnlijk toen al bij zich.
Foute diagnoses
De Lymeziekte treft vandaag de dag duizenden mensen. In 2009 werd de ziekte bij circa 22.000 mensen in Nederland geconstateerd. Er wordt vaak een foute diagnose gegeven voor de Lymeziekte, omdat de symptomen – uitslag, pijnscheuten, vermoeidheid en koorts – overlappen met die van veel andere ziektes. De ziekte kan echter voor chronische gewrichtsklachten zorgen wanneer hij niet snel wordt ontdekt. Controleer jezelf dus goed op teken na een wandeling in de natuur.
Bronnen: Historical Biology, Oregon State Universiteit via Livescience
Tekst: Naomi Jansen