Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Het geslachtsdeel van de mannetjeswesp blijkt veelzijdiger dan gedacht. Hij kan ermee voorkomen dat hij wordt opgegeten, zo wijst nieuw onderzoek uit.
Geen dier wil als maaltijd eindigen van een ander, en dus heeft de evolutie flink wat verdedigingsmechanismen bedacht. Van gif en stekels tot stank (stinkdier) en zelfs elektrische ontladingen (sidderaal). Maar de genitaliën? Die werden nooit eerder gezien als mogelijk afweermiddel. Een onderzoek van Kobe University (Japan) met mannetjeswespen brengt daar nu verandering in. Het is te lezen in het wetenschappelijke tijdschrift Current Biology.
Lees ook:
- Papierwespen babysitten voor verre familie
- Kunnen wespen boos worden?
- Wat is het nut van de wespentaille van de wesp?
Hulpeloze mannetjes?
Bij wespen en veel bijen zijn het alleen de vrouwtjes die kunnen prikken. Hun gemene giftige angel is eigenlijk een verlengde van hun ovipositor, een eierleggend orgaan. Mannetjes werden voorheen altijd gezien hulpeloze wezentjes die zichzelf niet konden beschermen tegen roofdieren. Ze moesten het hebben van hun camouflagekleuren.
Bioloog Misaki Tsujii begon hieraan te twijfelen toen ze per ongeluk werd gestoken door een mannetje van de wespensoort Anterhynchium gibiifrons. De steek gaf een prikkende pijn, maar was niet zo erg als dat van een vrouwtje. Waarmee prikte het mannetje?
Geslachtsdeel verwijderd
Om dat uit te zoeken lieten Tsujii en collega Shingi Sugiura in een experiment zeventien mannetjeswespen los bij vijver- en boomkikkers. Alle zeventien vijverkikkers propten de insecten zonder problemen in hun mond. Maar van alle boomkikkers slaagden er ruim één op de drie niet in om de wespen door te slikken, terwijl ze dat wel allemaal probeerden.
Zou het kunnen dat de wespen de kikkers staken met hun geslachtsdeel? Om dit te testen verwijderden de onderzoekers de genitaliën van de mannetjes en stelden ze opnieuw bloot aan de kikkers. De diertjes eindigden nu wel stuk voor stuk als hapje voor zowel alle vijver- als boomkikkers.
Vrouwtjes doen het beter
Ook vrouwtjeswespen moesten het opnemen tegen de kikkers. De boomkikkers durfden de aanval niet eens aan. De vijverkikkers wel; in de helft van de gevallen deden ze een poging, en daarvan slaagde maar één op de tien kikkers erin het vrouwtje daadwerkelijk te verorberen.
Kortom, de vrouwtjes konden zichzelf véél beter verdedigingen tegen roofdieren dan mannetjeswespen. Maar de mannetjes waren niet compleet weerloos. Hun prikkende piemel bleek in een deel van de gevallen toch de kikkers te laten schrikken. Beter iets dan niets, toch?
Nu vraag je je vast of de vrouwtjeswespen nog iets merken van zo’n prikkende piemel tijdens de daad? Dat lijkt volgens Tsujii en Sugiura niet het geval. Er vonden evenveel paringen in het lab plaats als je zou verwachten en de vrouwtjes leken de mannetjes niet af te wijzen.
In de natuur ook?
Bioloog Jan Smit van het EIS Kenniscentrum voor insecten kijkt op van de ontdekking dat mannetjeswespen hun geslachtsdeel als verdedigingswapen gebruikt. “Maar het is eigenlijk ook wel logisch dat dieren alles gebruiken om maar niet opgevreten te worden. Dit geldt echter niet voor alle wespen; de soort moet maar net van deze puntige genitaliën hebben. De limonadewesp heeft dat bijvoorbeeld niet.”
“Ik denk dat de experimenten betrouwbaar genoeg zijn om te stellen dat deze wespensoort inderdaad zijn genitaliën gebruikt als verdediging”, zegt bioloog Katja Teerds van de Universiteit Wageningen. Wel heeft ze twee kanttekeningen. “De onderzoekers vertellen niet waarom de vijverkikker wel allemaal de mannetjeswespen eten en dus kennelijk geen last hebben van de prikken, terwijl de boomkikker daar gevoeliger voor is en de wespen uitspuugt.”
Het tweede kritische punt heeft betrekking op het feit dat de experimenten in een lab zijn uitgevoerd. “Een echte proof of principle krijg je natuurlijk pas als blijkt dat ook in de vrije natuur boomkikkers minder geneigd zijn om deze mannelijke wespen te eten dan vijverkikkers”, besluit Teerds.
Bronnen: Current Biology, Kobe University via EurekAlert!
Beeld: Shinji Sugiura