Mensen waren zo’n 12.000 jaar geleden al in staat om op hoge hoogtes te leven, zo blijkt uit nieuw onderzoek. 

Een oude rotsschuilplaats hoog in de Peruaanse Andes onthult dat mensen waarschijnlijk duizenden jaren eerder dan gedacht in staat waren om op extreem hoge hoogtes te leven. Mensen zouden 2000 jaar na het bereiken van Zuid-Amerika al op de hoogtes hebben gewoond, meldden de onderzoekers in Science.

Herders

Na jaren van onderzoek, vonden de wetenschappers een rotsschuilplaats met twee nissen waar mensen doorheen kunnen, een plafond bedekt met roet – wat duidt op vroegere kampvuren – en muren gedecoreerd met rotstekeningen. Deze plek werd ontdekt op 4500 meter boven zeeniveau en is zo’n 12.000 jaar geleden ingericht door de mens.

Ook werden er in de rots honderden oude gereedschapsvoorwerpen gevonden, van speren tot vuistbijlen. Sommigen van wel 12.800 jaar oud – het einde van de ijstijd. Bovendien werden er grote botten van zoogdieren gevonden. Dit duidt erop dat de plek functioneerde als kamp voor herders die lange tijd schuilden voor de regen.

Aanpassing

Maar hoe komt het dat deze mensen al zo vroeg aangepast waren aan het leven op zo’n hoogte? Volgens de onderzoekers zijn er twee mogelijkheden: of onze voorouders hebben zich heel snel genetisch aangepast – binnen 2000 jaar – of aanpassing van het DNA was helemaal niet nodig voor deze vroege bewoners. Wat het mysterie echt kan ontrafelen, moet blijken uit vervolgonderzoek.

Bronnen: Science, University of Calgary via Eurekalert!

Beeld: Walter Beckwith