De beelden op televisie liegen er niet om: het gaat slecht met het koraal. Nederlandse wetenschappers hebben een methode ontwikkeld om riffen te herstellen.
Het is geen verrassing meer dat het niet goed gaat met de koraalriffen op aarde. Door opwarming van de zee verbleekt het koraal – een verzamelnaam voor zeepoliepen – en gaat het dood. Maar ook door verzuring van het water en verstoring door toeristen en vissers is al veel koraal verdwenen. Daar willen wetenschappers van de Universiteit van Amsterdam een stokje voor steken. Ze ontwikkelden een zaaimethode die koraalrifherstel mogelijk maakt.
Koraallarven
Huidige herstellingsmethodes worden nog met de hand uitgevoerd door duikers, wat een tijdrovende klus is. Het transplanteren van 10.000 enkele koralen kost ze honderden tot duizenden uren per hectare. En aangezien koraalrifdegradatie plaatsvindt op duizenden hectares, is dat een gebed zonder end.
De aanpak van onderzoekers aan de UvA, daarentegen, neemt minder dan 50 manuren in beslag. De methode werkt als volgt: koraalzaad en -eitjes worden gevangen en bevrucht in het lab, waardoor koraallarven ontstaan. Deze larven worden gezaaid op tetrapodvormige substraten (zie afbeelding) die aan het koraal hechten. Na een aantal weken worden de substraten samen met de koraalpoliepen – zaai-units genoemd – gezaaid op koraalriffen.
Door de koraallarven in een laboratorium te kweken, hebben ze een veel grotere overlevingskans dan in zee, waar ze snel worden opgegeten.
Diversiteit
Een ander groot voordeel van deze zaaimethode is dat de grote genetische diversiteit in stand wordt gehouden. Veel verschillende combinaties van genen ontstaan door recombinatie – het herschikken van genetische oudereigenschappen onder de nakomelingen.
Hierdoor kunnen sommige ‘koraalnakomelingen’ zich beter weren tegen veranderende omstandigheden van hun omgeving dan andere. “Op deze manier kunnen we bijvoorbeeld koralen krijgen die beter bestand zijn tegen opwarming van het water”, zegt Dirk Petersen, een van de onderzoekers.
Poliepen
De zaaimethode is al onderzocht op Curaçao, waar koraallarven op de zaai-units na drie weken waren veranderd in aanvankelijke koraalpoliepen. Deze werden vervolgens gezaaid op een koraalrif.
“De speciale vorm van de tetrapodsubstraten zorgt ervoor dat we de substraten makkelijk in de natuurlijke spleten van het koraalrif kunnen steken. De meeste zaai-units waren binnen enkele weken stabiel, ze zaten vast in spleten of waren natuurlijk gelijmd op het koraalrif”, zegt Valérie Chamberland die het veldonderzoek leidde op Curaçao.
De onderzoekers zijn nu bezig om te methode te optimaliseren om de overlevingskans en de groei van het koraal te verbeteren. Daarnaast kijken ze ook hoe de aanpak op grotere schaal mogelijk kan worden gemaakt. Natuurlijk zet één methode nog geen zoden aan de dijk, maar het is een begin.
Bronnen: Scientific Reports, Universiteit van Amsterdam, de Volkskrant
Lees ook:
Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Bestel dan hier ons nieuwste nummer. Abonnee worden? Dat kan hier