Ook al zweven mieren in de ruimte herhaaldelijk van hun plek, ze doen hun best om te blijven samenwerken.
Nieuwe gebieden verkennen doen mieren samen, net zoals onder andere eten zoeken, vijanden aanvallen en hun koters opvoeden. Maar kunnen ze dit ook in de ruimte? Onderzoekers in het ISS besloten het te testen. En ja hoor, zelfs in het ruimtestation voerden de ijverige beestjes hun collectieve zoektocht uit. De resultaten zijn gepubliceerd in Frontiers in Ecology and Evolution.
Minder effectief
In januari 2014 werden acht koloniën zwarte zaadmieren naar het ISS gebracht. Vanaf toen was een kleine, transparante, plastic doos hun thuis. Om hun verkenningsgedrag te testen, verwijderden de onderzoekers een barrière in deze bak, waardoor de mieren een nieuwe ruimte moesten verkennen. Na ongeveer een half uur haalden ze een tweede barrière weg; het gebied werd twee keer zo groot. Dit experiment werd ook op aarde uitgevoerd.
Wanneer de insecten op aarde een klein gebied verkenden, bleven ze dicht bij elkaar in de buurt. Maar na het verwijderen van een barrière verspreidden ze zich steeds meer en veranderden ze hun route om alle plekjes grondig te onderzoeken. Mieren in de ruimte blijken dit ook te doen, maar veel minder effectief dan hun soortgenoten met vaste grond onder de voeten. Niet zo verrassend als je je bedenkt dat de dieren constant van hun plek vielen en zich maar langzaam konden bewegen.
Robots
En levert dit experiment, naast kennis over de fascinerende beestjes, nog iets op? Uiteindelijk wel. Het inzicht moet de onderzoekers helpen om robots te bouwen die ook in de ruimte kunnen samenwerken.
Bronnen: Frontiers in Ecology and Evolutions, BBC News
Beeld: NASA
Wil je zien hoe een groep robotmieren de pootjes ineen slaat? Dat kan hier.