Minuscule tandjes blijken zeldzaam oud muizenfossiel

Marysa van den Berg

28 mei 2011 13:00

Tandjes uit Mongolië zo klein als zandkorrels laten zien dat de voorouder van de berkenmuis zeker twee maal oud is dan tot nu toe werd gedacht.

Paleontoloog Yuri Kimura (Southern Methodist Universiteit) ontdekte de zeventien minitandjes enkele jaren terug in het binnenland van Mongolië. “We hebben erg geluk gehad dat we deze vonden”, vertelt ze. “De meeste paleontologen zoeken naar botten, maar een muis is zo klein en zijn botten zijn heel fragiel. Maar de tandjes waren goed bewaar gebleven dankzij het tandglazuur.”

Kimura en haar team verzamelden zeker 6 ton aan materiaal uit de rotsachtige omgeving. Door te zeven bleef daar alleen de kleinste stukjes fossiel van over. Maar pas met een microscoop waren de minuscule tandjes goed te zien.

Yuri Kimura zoeken naar de kleinste fossielen onder een microscoop. (Foto: Yukimitsu Tomida/National Museum of Nature and Science)

De lastige expeditie wierp zijn vruchten af. De tandjes bleken afkomstig van een geheel nieuwe voorouder van de berkenmuis, een knaagdier dat naast Azië ook de bossen van Europa en Noord-Amerika bevolkt. Deze voorouder, Sicista primus gedoopt, leefde 17 miljoen jaar geleden, wat de berkenmuis zeker twee keer zo oud maakt als tot nu toe werd gedacht. Hij is daarmee een zeldzaam oud knaagdierengeslacht. De resultaten werden gepubliceerd in Naturwissenschaften.

Maar Kimura ontdekte nog meer. Het onderzoek zet namelijk de veronderstelling op losse schroeven dat de berkenmuis van Noord-Amerika naar Azië trok. Die hypothese was gebaseerd op een 14,8 miljoen jaar oud fosielstukje uit South Dakota. Kimura zag de opvallende overeenkomsten tussen dit fossiel en de tandjes uit Mongolië. Conclusie: Sicista primus trok van de graslanden van prehistorische Azië naar Noord-Amerika (en Europa). Wat goed bewaarde tandjes al niet kunnen opleveren.

Bron: SMU Research

Beeld: Yuri Kimura