Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Het kolonie-specifieke accent, dat door de molratkoningin bepaald en in stand gehouden wordt, is volgens biologen geen genetisch maar cultureel fenomeen.
Toegegeven, hij is niet moeders mooiste. Maar lelijk of niet, de naakte molrat houdt er een aantal indrukwekkende eigenschappen op na. Zo wordt het rimpelige, roze knaagdier niet alleen stokoud voor zijn grootte, hij kan meer dan een kwartier zonder zuurstof, piept niet van een beetje zuur, en zal waarschijnlijk nooit kanker krijgen.
Naast deze superpowers blijkt uit onderzoek van Duitse en Zuid-Afrikaanse biologen, dat elke molrattenkolonie een eigen dialect heeft. Het typische gekwetter, waaraan individuen elkaar en niet-kolonie-genoten kunnen herkennen, zo schrijven de onderzoekers vandaag in vakblad Science, wordt de pups op jonge leeftijd aangeleerd. Daarmee lijkt het niet zozeer een erfelijk, maar cultureel fenomeen te zijn.
Lees ook:
- Geen zuurstof? De naakte molrat past zijn stofwisseling aan
- Molrat is ‘pijnvrij’ dankzij genetische aanpassing
Bijzondere samenleving
De naakte molrat (Heterocephalus glaber) brengt zijn relatief lange leven door in het pikkedonker: onder de grond, in een doolhofachtig stelsel van gangetjes en kamers. De vrijwel blinde knaagdieren vormen een complexe samenleving, vergelijkbaar met die van mieren en termieten. Iedere molrat heeft zijn eigen taak, en aan het hoofd van elke kolonie heerst een koningin: het enige vrouwtje in de kolonie dat zich voortplant.
De biologen achter het nieuwe onderzoek vroegen zich af of vocale communicatie – het drukke gepiep, getjirp en gekwetter van de diertjes – een rol speelt in het behouden van die sociale structuur. Om dit te achterhalen, nam het team gedurende twee jaar het karakteristieke ‘gebabbel’ op van 166 molratten van over de hele wereld.
Molratdialect
De onderzoekers focusten zich op een van de meeste voorkomende geluiden die de dieren maken: het gepiep waarmee ze elkaar begroeten. De eigenschappen van deze totaal 36.190 ’tjirps’, afkomstig uit zeven verschillende kolonies, werden middels machine learning en kunstmatige intelligentie geanalyseerd.
Wat bleek: molratten uit dezelfde kolonie ‘spreken in hetzelfde dialect’. Dat accent is uniek voor elke kolonie. Uit vervolgexperimenten wisten de onderzoekers te achterhalen dat de knaagdieren dankzij het dialect niet alleen hun directe buren van indringers uit andere kolonies kunnen onderscheiden, het bevat ook informatie over de lichaamsgrootte en sociale plek van de molrat.
Een erg interessant onderzoek, vindt gedragsbioloog Carel ten Cate (Universiteit Leiden), niet betrokken bij de studie. “Het laat het zien dat er kolonie-specifieke variatie in de ‘tjirps’ van molratten is”, mailt hij KIJK. “Daarbij laten afspeelexperimenten zien dat die variatie dus ook door de luisteraars (andere molratten, red.) wordt opgemerkt.”
Lang leve de koningin!
Als kers op de taart, lijkt het dialect niet zozeer genetisch, maar meer een cultureel fenomeen te zijn, zo schrijven de onderzoekers. Zo blijkt namelijk dat molratpups het dialect vroeg in hun leven aanleren, en ze, wanneer ze van de ene kolonie naar een ander werden overgeplaatst, het dialect van hun ‘adoptiekolonie’ oppikken.
Ook de bijzonder belangrijke rol van de koningin op het dialect, suggereert dat het gaat om een cultureel fenomeen. Zo verandert het accent wanneer Hare Majesteit sterft en een opvolger haar troon overneemt. En als er tijdelijk geen koningin is, beginnen de piepjes van de molratten binnen een kolonie hun overeenkomsten te verliezen.
Leerproces
In de toekomst willen de onderzoekers onder meer de hersenen van de onooglijke knaagdieren onder de loep nemen. Daarmee hopen ze te achterhalen welke mechanismen in die grijze massa ten grondslag liggen aan deze bijzonder vocale molratcultuur.
Ten Cate zou ook graag zien dat het leerproces verder bestudeerd wordt. “De aard van het betrokken leerproces is nog onduidelijk. Het kan zijn, zoals de onderzoeker suggereren, dat de molratten net als zangvogels de geluiden die ze horen, opslaan en overnemen. Maar kunnen ze bijvoorbeeld ook geluiden overnemen die niet op tjirps lijken?”
“Het kan ook zijn dat ze zonder leren al tjirps ontwikkelen maar dat die (op zich simpele) geluiden door onderlinge interacties meer op elkaar gaan lijken. Met andere woorden; dat de natuurlijke variatie in die geluiden wordt ingeperkt tot een variant die ze met elkaar delen. Dat is een ander en beperkter leerproces”, besluit de gedragsbioloog.
Bronnen: Science, Science Perspectives, EurekAlert!1, 2
Beeld: Felix Petermann, MDC; Colin Lewin