Multitasken zit in de genen

KIJK-redactie

08 januari 2014 13:00

Uit nieuw onderzoek blijkt dat hoe bedreven je bent in multitasken afhangt van welke variant van een bepaald gen je hebt.

De laatste jaren is er veel onderzoek gedaan naar multitasken, maar zijn wetenschappers er nooit diep op ingegaan waarom de een nou beter twee dingen tegelijk kan doen dan de ander. Een groep neuroergonomen onder leiding van Raja Parasuraman analyseerde het verband tussen multitasken en genen, en kwamen er zo achter dat mensen die goed kunnen multitasken een variant op een gen hebben die anderen niet hebben.

Onbemande vliegtuigjes

Het gen dat zou bepalen dat jij wel of niet geschikt bent om te multitasken, is het zogenoemde Val158Met-gen. Van dit gen zijn er drie varianten: de MET/MET-, de VAL/MET- en de VAL/VAL-variant.

Om te bepalen welke variant hoorde bij goed kunnen multitasken, onderzochten Parasuraman en zijn collega’s 99 mannen en vrouwen in de leeftijdscategorie 18 tot en met 38. Deze proefpersonen werden onderverdeeld in drie groepen, afhankelijk van welke variant van het Val158Met-gen ze hadden.

Vervolgens kregen de deelnemers trainingen om onbemande vliegtuigjes te besturen. Daarmee moesten ze vijandelijke doelen vernietigen, vijandelijke invallen voorkomen, eigen vuur vermijden en communiceren. Uit dit onderzoek bleek dat deelnemers met de MET/MET-variant van het Val158Met-gen, na de nodige trainingen, beter presteerden dan de rest.

Betere trainingen voor de luchtmacht

Waarom de proef met onbemande vliegtuigjes werd uitgevoerd en niet met wat simpelere en alledaagsere handelingen? Dat komt doordat het onderzoek werd gefinancierd met een subsidie van het Air Force Research Lab. Dit lab wil de resultaten gebruiken om hun eigen opleidingen voor de luchtmacht te verbeteren.

Bronnen: Human FactorsHuman Factors and Ergonomics Society

Beeld: Trepelu