NASA bouwt ionenmotor voor asteroïdemissie

André Kesseler

27 mei 2013 16:00

Eerder dit jaar kwam de NASA met plannen om een asteroïde te vangen en die in een baan om onze eigen maan te brengen. Bij het Jet Propulsion Laboratory (JPL) wordt gewerkt aan de motor die dat mogelijk moet maken. En afgelopen weekeind ging NASA-baas Charles Bolden bij het JPL kijken naar een prototype.

Het project heet NASA’s Asteroid Retrieval Initiative en als het allemaal doorgaat, zal de ruimterots niet met behulp van gewone raketmotoren, maar met een zogenoemde ionenaandrijving naar de aarde worden versleept. Het zou veel te duur worden zo’n missie met ‘conventionele’ brandstoffen uit te voeren omdat er flinke hoeveelheden nodig zijn om de enorme afstanden te overbruggen.

105800main_fs021fig2

Het idee voor een ionenmotor is niet nieuw. De eerste plannen dateren al uit de jaren vijftig en onder andere Deep Space 1 (DS1), een ruimtevaartuigje dat tussen 1998 tot 2001 maar liefst 263,179,600 kilometer aflegde, had er een aan boord. Maar om een complete asteroïde op sleeptouw te nemen, is meer nodig.

Het JPL werkt aan een ionenmotor die xenon gebruikt. De ionen (elektrisch geladen atomen of moleculen) uit dat gas worden met behulp van elektromagnetische velden versneld en uitgestoten. De daarvoor benodigde stroom wordt door zonnepanelen of een kleine kernreactor geproduceerd. Op die manier kan in het luchtledige lang genoeg voldoende vermogen worden opgewekt om de klus te klaren.

Het Asteroid Retrieval Initiative gaat naar schatting 2,6 miljard dollar (iets minder dan 2 miljard euro) kosten en moet ervoor zorgen dat er binnen tien jaar een mens op een asteroïde staat. Die asteroïde moet er trouwens eentje worden met een middellijn van maximaal een meter of 7. Als het namelijk mis gaat en de asteroïde per ongeluk richting aarde wordt geslingerd, dan zou hij gewoon in de aardse atmosfeer verbranden.

In het openingsartikel van KIJK 6/2013 kun je trouwens meer lezen over het winnen van grondstoffen op asteroïden.

Bron: Popular Science

Beeld: NASA/JPL


Meer Nieuws