Om een speer te kunnen maken, heb je lijm nodig. Leidse archeologen ontdekten op welke manieren de neanderthalers dit plaksel konden hebben geproduceerd.
De neanderthalerspeer is heel simpel. Je hebt een houten schacht en een speerpunt nodig. Maar deze twee onderdelen moet je wel aan elkaar plakken. En daarvoor is lijm nodig, gemaakt van het teer uit berkenbast. Maar hoe wonnen neanderthalers dat spul? Wetenschappers van de Universiteit Leiden, onder leiding van Paul Kozowyk en Geeske Langejans, hebben drie verschillende manieren ontdekt.
Ontzettend lastig?
We weten dat de neanderthalers ergens tussen de 150.000 en 200.000 jaar geleden teer begonnen te produceren. De oudste tekenen hiervan zijn teerresiduen gevonden in Italië en Duitsland. De teer werd niet alleen gebruikt voor speren maar ook voor andere wapens en allerhande gereedschappen.
Maar hoe precies de neanderthalers de teer uit berkenbast haalden, was voor archeologen tot voor kort een groot mysterie. Het zou namelijk ontzettend lastig zijn om dit te doen zonder de beschikking te hebben over keramieken kookpotten (op deze manier maakten de Mesopotamiërs 8000 jaar geleden teer). Maar deze veronderstelling klopt niet, stellen Kozowyk en zijn collega’s in hun publicatie in Scientific Reports.
Flinke temperatuurvariatie
Het team besloot proefondervindelijk uit te vogelen hoe de neanderthalers teer maakten uit berkenbast. De onderzoekers gebruikten daarbij dezelfde eenvoudige middelen als de mensachtige destijds tot zijn beschikking had. In het eenvoudigste experiment gebruikten ze slechts een rol berkenbast en een open vuur.
Eerdere pogingen van wetenschappers om de teerproductie van vroeger na te bootsen, leverden weinig tot geen teer op. Dat komt doordat ze dachten dat het noodzakelijk was de temperatuur van het vuur gelijk te houden. Maar het Leidse team ontdekte meerdere manieren om teer te produceren, waarvan sommige werken met een flinke temperatuurvariatie. De hoogste opbrengst was bijna 16 gram, veel meer dan de teerresten die zijn gevonden.
Slimme observatie
Volgens de onderzoekers ontdekten de neanderthalers de eenvoudige methode simpelweg door een slimme observatie. Een strak opgerold stuk berkenbast dat in het vuurtje achterbleef, deels verbrand en vervolgens uit het vuur wordt gehaald, bevat soms wat sporen van teer langs de verschroeide randen. Niet genoeg om een werktuig te maken, maar wel om de kleverige substantie te herkennen.
Waarschijnlijk gebruikten de neanderthalers eerst de eenvoudigste methode, waarna ze later zijn overgegaan op een complexere methode met hogere teeropbrengsten. Toch wel slimme jongens, die neanderthalers!
Paleolitisch archeoloog Marco Langbroek is gecharmeerd door de studie. “Dat Neanderthalers lijm (berkenteer) maakten, wisten we al uit schaarse archeologische vondsten”, mailt hij. “Deze studie laat echter nu ook zien dat er meerdere manieren zijn om berkenteer te maken, tenminste drie van deze methoden technologisch haalbaar waren voor Neanderthalers en dat controle over de temperatuur in het maakproces van berkenteer veel minder van belang blijkt dan eerst werd gedacht.”
Filmpje!
Zo haal je teer uit berkenbast deel 1 (timelapse)
Zo haal je teer uit berkenbast deel 2 (timelapse)
Bronnen: Scientific Reports, Universiteit Leiden, Gizmodo
Beeld: Diederik Pomstra