“Bouw zo snel mogelijk een neutrinofabriek.” Dat adviseert een Europees rapport na uitgebreid onderzoek.
Het grote publiek zal neutrino’s vooral associëren met het nieuws uit 2011 dat ze sneller dan het licht zouden reizen. Dat bleek later niet te kloppen, maar binnen de deeltjesfysica zijn deze mysterieuze, minder-dan-vederlichte deeltjes nog steeds een hot topic. Een Europese samenwerking van vijftien instituten, het EUROnu-project, adviseert daarom om een volgende grote stap te gaan zetten om deze deeltjes te bestuderen: het bouwen van de zogenoemde Neutrino Factory.
Detector in Finland?
Wat zo’n neutrinofabriek doet, maakt de naam wel duidelijk: heel veel neutrino’s produceren. Dat doet deze installatie door protonen – de positief geladen deeltjes die deel uitmaken van elke atoomkern – te laten botsen op een doelwit. Via een aantal stappen levert dat uiteindelijk een flinke hoeveelheid neutrino’s op. Deze deeltjes worden vervolgens enkele duizenden kilometers door de grond gejaagd, om op de plek van bestemming te belanden in een detector van 100.000 ton ijzer.
Een mogelijkheid is om de fabriek zelf te bouwen op CERN, het Europese instituut bij Genève dat nu onder andere de deeltjesversneller LHC bedrijft. De detector zou dan bijvoorbeeld kunnen worden gebouwd in Finland, Groot-Brittannië of de VS.
Geen tijd te verliezen
De kosten van de neutrinofabriek zijn niet misselijk: tussen de 4,6 en de 6,5 miljard euro. Toch vindt EUROnu dit plan stukken beter dan twee goedkopere alternatieven: Super-Beam (1,6 miljard euro) en Beta Beam (2,3 miljard).
Ook lijkt EUROnu geen tijd te willen verliezen; de 171 betrokken wetenschappers stellen in hun rapport “zo snel mogelijk te beginnen met de bouw”, zodat de fabriek ergens tussen 2025 en 2030 neutrino’s kan gaan uitspugen. Maar goed: dan moet wel eerst het benodigde geld nog even op tafel komen…
Bronnen: Physics World, EUROnu Project
Beeld: Reidar Hahn