Move over Jupiter! Van deze gasreus werd lange tijd gedacht dat hij de meeste manen in ons zonnestelsel had. Maar uit nieuw onderzoek blijkt dat Saturnus die eer toekomt.
Astronoom Scott Sheppard van het Carnegie Institution for Science is lekker bezig. Vorig jaar ontdekten hij en zijn collega’s twaalf nieuwe maantjes rondom planeet Jupiter, waardoor de teller op 79 kwam te staan. De gasreus had lange tijd de meeste manen in een baan. Had, ja, want met de ontdekking van twintig nieuwe manen die rondom Saturnus cirkelen, is Jupiter van de troon gestoten: van Saturnus is nu bekend dat hij 82 manen heeft.
Lees ook:
Retrogade manen
Alle manen hebben een diameter van ongeveer vijf kilometer en staan redelijk ver weg van hun moederplaneet. Slechts drie van de nieuw ontdekte manen hebben zogenoemde prograde banen, wat betekent dat ze in dezelfde richting draaien als Saturnus. Twee van deze manen doen er zo’n twee jaar over om een rondje om de planeet te maken, de derde heeft hier ruim vijf jaar voor nodig. De andere 17 bevinden zich in retrograde banen; ze cirkelen in tegengestelde richting om de gasreus en doen daar circa drie jaar over.
De verre hemellichamen zijn met de Subaru-telescoop op Hawaï waargenomen. De astronomen lieten algoritmes los op opnames die de telescoop jaren terug al maakte. Door beelden die uren, en zelfs jaren, na elkaar zijn gemaakt te vergelijken, konden de algoritmes onderscheid maken tussen stilstaande sterren en sterrenstelsels, en manen die voor de planeet langs schoven.
Drie categorieën
De nieuwe manen zijn onderverdeeld in drie verschillende categorieën, afhankelijk van de hoeken waarin ze om Saturnus cirkelen. Onderstaande artistieke impressie geeft de drie groepen weer.
In blauw is de zogeheten Inuit-groep weergegeven. Deze manen zijn waarschijnlijk overblijfselen van een grote maan of ruimteobject dat lang geleden in kleinere fragmenten uiteenviel. Het eenzame maantje in het groen valt onder de Gallische groep. Deze maan staat alleen veel verder weg dan andere bekende Gallische manen, dus de onderzoekers zijn nog niet honderd procent zeker over de toewijzing.
Tot slot zijn alle 17 retrogade manen (in rood aangegeven) in de Noorse groep ondergebracht. Aangenomen wordt dat deze groep, net als de Inuit-groep, afkomstig is van een veel groter object dat in kleinere stukken is uiteengevallen, waarschijnlijk door een botsing.
Het team denkt dat er nog veel meer manen rondom Saturnus cirkelen met een doorsnede van ongeveer 1,5 kilometer, maar grotere telescopen zijn nodig om die te kunnen spotten.
Bronnen: Carnegie Science, The Guardian, Gizmodo
Beeld: Hubble/NASA
Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!