Een uit de kluiten gewassen camera gaat vanaf eind dit jaar het verschijnsel dat ons heelal steeds sneller doet uitdijen nauwgezet onderzoeken.
Drie kwart van de massa-energie in het heelal bestaat uit de zogenoemde donkere energie, die ervoor zorgt dat sterrenstelsels steeds sneller uit elkaar bewegen. Een high tech camera die afgelopen week zijn eerste testwaarnemingen deed, moet dit verschijnsel beter in kaart gaan brengen. Zijn voor de hand liggende naam: de Dark Energy Camera, afgekort DECam.
Bij het woord camera denk je misschien aan iets met het formaatje fototoestel, maar dat is niet echt het geval: DECam is ongeveer zo groot als een telefooncel. Echt veel megapixels lijkt het apparaat naar huidige begrippen niet eens te hebben: zo’n 570. Toch is het naar verluidt het beste instrument tot nu toe om rood en infrarood licht waar te nemen; de vormen van elektromagnetische straling waar het bij dit experiment met name om draait.
300 miljoen stelsels
De camera zal op vier manieren proberen licht te werpen op de donkere energie. Ten eerste kijkt hij naar clusters van sterrenstelsels, ten tweede naar supernova’s (het type hemellichaam waarmee donkere energie in 1998 werd ontdekt), ten derde naar het ‘klonteren’ van sterrenstelsels op heel grote schaal, en ten vierde naar subtiele effecten van zwaartekrachtlenzen.
In vijf jaar tijd moet DECam, gekoppeld aan de Chileense Victor Blanco-telescoop, een achtste van de hemel in detail in beeld brengen. Daarbij zal hij naar verwachting 300 miljoen sterrenstelsels, 100.000 clusters van sterrenstelsels en 4000 supernova’s bestuderen. Met die klus begint de camera naar verwachting in december dit jaar, als alle tests achter de rug zijn.
Beeld: Dark Energy Survey Collaboration via Fermilab