Vanmorgen is bekendgemaakt dat de Nobelprijs voor de natuurkunde van 2019 voor de ene helft naar James Peebles gaat. De andere helft is gezamenlijk toegewezen aan Michel Mayor en Didier Queloz.
“This year’s prize goes to contributions to our understanding of our evolution of the universe and earth’s place in the cosmos.” Met deze aankondiging maakte de secretaris-generaal Göran K. Hansson de drie Nobelprijswinnaars voor de natuurkunde 2019 bekend.
De twee Zwitserse astronomen Michel Mayor en Didier Queloz ontdekten samen in 1995 de eerste planeet buiten ons eigen zonnestelsel – een mijlpaal in de geschiedenis van de astronomie. Exoplaneet 51 Pegasi B ligt, zoals zijn naam al doet vermoeden, in het sterrenbeeld Pegasus zo’n 50 lichtjaar hiervandaan. Sindsdien zijn er meer dan 4000 exoplaneten ontdekt. Het werk van Mayor en Queloz is nu, bijna 25 jaar later, bekroond met de Nobelprijs en de helft van het prijzengeld.
De andere helft is toegekend Canadees-Amerikaanse natuurkundige en theoretisch kosmoloog Jim Peebles voor zijn onderzoek naar kosmische achtergrondstraling. Dit is de warmtestraling die kort naar de oerknal werd uitgezonden en dit ‘licht van het vroege heelal’ kan vandaag de dag nog steeds worden gemeten.
Peebles ontwikkelde gedurende twintig jaar een theoretisch kader die de basis is van ons moderne begrip van de geschiedenis van het universum – van de oerknal tot nu. Met behulp van zijn theoretische modellen kon Jim Peebles de vorm van het universum en de materie en energie die het bevat voorspellen. Zijn berekeningen kwamen goed overeen met latere metingen van achtergrondstraling
Feestdag
Exoplaneetonderzoeker Ignas Snellen van de Sterrewacht Leiden is razend enthousiast over de Nobelprijs-laureaten. “Dit is echt fantastisch nieuws”, mailt hij. “Het voelt als een feestdag. Zonder hun ontdekking zou ik nooit in dit veld zijn gaan werken. Ze zijn echt de vaders van het exoplanetenonderzoek.”