Dat er veel troep in de oceaan drijft, had de The Ocean Cleanup wel verwacht. Maar het is meer dan de organisatie had kunnen denken.
The Ocean Cleanup is in 2013 opgericht in Delft door de toen 18-jarige Boyan Slat. Met de organisatie wil Slat op slimme wijze de wereldzeeën ontdoen van het afval dat er in rond drijft. Met een opruimsysteem van maar liefst 100 kilometer. Dit moet in 2020 worden ingezet. Als voorbereiding daarop wilde The Ocean Cleanup in kaart brengen hoeveel plastic er daadwerkelijk in de oceanen drijft.
Om hierachter te komen, is de afgelopen dagen een speciaal vliegtuig ingezet, een aangepaste Lockheed C-130 Hercules. Het toestel vloog met lage snelheid en op lage hoogte enkele verkenningsvluchten over een groot stuk oceaan tussen Hawaii en Californië dat de Great Pacific Garbage Patch wordt genoemd. De conclusie na de eerste verkenningsvlucht van deze week is dat er vooral in het centrum van het gebied veel meer troep drijft dan verwacht.
C-130 Hercules
Aan boord van de C-130 Hercules was een team van spotters en een aantal scanners zoals LIDAR en Multispectral camera-technologie die plastic kunnen herkennen en ontdekken. In 2,5 uur tijd werden meer dan duizend grote afvalobjecten geteld.
In kaart brengen
Het in kaart brengen van de locaties van het afval en om wat voor soort troep het gaat, is cruciaal voor het ontwerp van het opruimsysteem. Als aan het einde van deze week alle verkenningsvluchten zijn afgerond, worden de verkregen gegevens gecombineerd met eerdere gegevens uit 2015. In dat jaar voer de organisatie met dertig schepen door het gebied. Meer gegevens zijn echter nodig. Daarom vliegt nu de Hercules.
Uit alle verkenningsmissies volgt een wetenschappelijk paper dat naar verwachting in 2017 wordt gepubliceerd. Daarin zal een wetenschappelijk verantwoorde conclusie getrokken worden over de schaal en aard van het afvalprobleem in de oceaan.
Bronnen: The Ocean Cleanup, Volkskrant, New Atlas