Op basis van DNA uit een tientallen duizenden jaren oud vingerkootje, doen onderzoekers voor het eerst een gooi naar het uiterlijk van de denisovamens.
In 2010 onthulde een vingerbotje uit een grot in het Altajgebergte het bestaan van een voorheen onbekende mensensoort: de denisovamens, het mysterieuze ‘halfbroertje’ van de neanderthaler. Sindsdien vonden archeologen een aantal tanden en een stuk onderkaak, maar hele skeletten en schedels bleven uit. Toch weten we dankzij de beetjes DNA uit het vingerkootje nu hoe denisovamensen er misschien uitzagen, schrijven onderzoekers in vakblad Cell.
Lees ook:
Volumeknop
Hoe haal je uit oer-DNA uit een vingerkootje informatie over uiterlijk? Epigenetica, of specifieker, DNA-methylatie. Epigenetica is een brede term die beschrijft hoe genen met dezelfde genetische code (lees: dezelfde DNA-sequentie) in verschillende mate tot uitdrukking kunnen komen door moleculen die aan het DNA binden.
Voorbeelden zijn zogenaamde methylgroepen die aan cytosine (een van de nucleotiden waaruit DNA is opgebouwd) kunnen hechten. Die bindingen, zogenoemde DNA-methylatie, werken als een soort volumeknop; afhankelijk van de mate van methylatie kan een gen meer of minder tot uitdrukking komen – met alle gevolgen van dien.
Vergelijken
De onderzoekers vergeleken de DNA-methylatie van het erfelijk materiaal van de denisovamens met dat van neanderthalers en de moderne mens. Zo wist het team vast te stellen hoe de genactiviteit van de denisova’s zich verhoudt tot dat van zijn (moderne) verwanten.
Door deze informatie naast uitgebreide datasets van menselijke aandoeningen en de genetische oorzaken daarvan te leggen, poogden de onderzoekers een beeld te krijgen van wat voor effect die DNA-methylatie gehad zou kunnen hebben op het uiterlijk van de denisovamens.
Het team identificeerde totaal 56 punten waarop de mysterieuze oermens anders zou zijn dan de neanderthaler en de moderne mens. Daarvan zouden 32 voor duidelijke anatomische verschillen – en dus een ander uiterlijk – gezorgd hebben.
Portret
Denisovamensen zouden, net alsneanderthalers, een wijdere bekken en ribbenkast hebben gehad dan de mens van nu. Verder lijkt het erop dat ze een bredere schedel hadden dan zowel hun ‘halfbroertje’ als de moderne mens, en langere kaken, waardoor er ruimte was voor hun grotere tanden. De resultaten doen men vermoeden dat twee schedelfragmenten die onlangs werden gevonden in China, mogelijk ook van denisova’s afkomstig zijn.
Het team checkte de methode op chimpansees en neanderthalers – we weten immers al hoe die anatomisch in elkaar zitten. Daaruit bleek dat de onderzoekers het uiterlijk met zo’n 85 procent nauwkeurigheid konden voorspellen. In de toekomst zouden de gelaatstrekken van de denisovamens dus nog wat bijgesteld kunnen worden – maar het begin is er.
Bronnen: Cell, The Guardian
Beeld: Maayan Harel
Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!