De lange slurf van de olifant is er niet alleen om dingen mee op te rapen. Genetisch onderzoek suggereert dat het beest hier ook erg goed mee kan ruiken.
De mogelijkheid om onderscheid te maken in geuren is afhankelijk van het aantal en het type reukgenen in een organisme. Het repertoire aan reukgenen is tot nu toe door een onderzoeksgroep van Cold Spring Harbor Laboratory in dertien zoogdieren onderzocht. Uit hun nieuwe onderzoek blijkt dat de olifant over het grootste repertoire beschikt; twee maal groter dan dat van de hond en vijf maal groter dan dat van de mens.
In totaal hebben de onderzoekers wel tienduizend reukgenen kunnen onderscheiden bij de dertien onderzochte soorten. Elk zoogdier heeft een vrijwel uniek repertoire. Er zijn slechts drie genen gevonden die in alle soorten voorkomen.
Tweeduizend reukgenen
De onderzoekers verbaasden zich over het feit dat de olifant de meeste reukgenen bezit; het beest heeft er bijna tweeduizend. “Wat precies de functie is van dit hoge aantal is nog niet bekend”, vertelt hoofdonderzoeker Yoshihito Niimura. “Maar het lijkt erop dat de neus van de olifant niet alleen lang is, maar ook erg goed kan ruiken.”
Een reden hiervoor kan zijn dat de olifant een goed reukvermogen nodig heeft om in zijn leefomgeving goed te kunnen gedijen. Wij mensen – en ook andere primaten – zijn daarentegen steeds meer gaan vertrouwen op onze ogen. Hierdoor hebben we het reukorgaan minder nodig en heeft het zich waarschijnlijk minder kunnen ontwikkelen dan bij de olifant.
Bronnen: Genome Research, Cold Spring Harbor laboratory via EurekAlert!
Tekst: Tom Gerrits
Beeld: Eric Green