Olifantenveldslag liep anders dan we dachten

KIJK-redactie

13 januari 2014 09:00

De grote Slag bij Raphia blijkt met andere soorten olifanten te zijn gestreden dan we oorspronkelijk hadden aangenomen. 

De Slag bij Raphia werd in 217 voor Christus uitgevochten tussen de Seleucidische heerser Antiochus III en de Egyptische koning Ptolemaeus IV. De Egyptenaren zouden daarbij 73 Afrikaanse bosolifanten hebben ingezet, die een stuk kleiner waren dan de Indische olifanten van de tegenstander, die er trouwens ook nog eens 102 had. Daardoor sloegen de Afrikaanse bosolifanten op de vlucht en leek het erop dat de Egyptenaren zouden verliezen. Volgens de verhalen zouden de Egyptenaren dankzij hun moedige strijd alsnog hebben gewonnen. Nu blijkt uit nieuw DNA-onderzoek echter dat er helemaal geen Afrikaanse bosolifanten zijn gebruikt, maar Afrikaanse savanneolifanten.

Wat maakt het uit? Om te beginnen zijn savanneolifanten de grootste van de twee Afrikaanse soorten. De savanneolifant heeft met 3,5 meter gemiddeld een meter meer schouderhoogte dan de bosolifant. En met een gewicht van zes tot zeven ton is hij ook twee keer zo zwaar. Daardoor is hij ongeveer net zo groot als de Indische olifant. Dat maakt het een stuk minder aannemelijk dat de olifanten van de Egyptenaren zouden zijn gevlucht uit angst voor de olifanten van de tegenstander.

De verhalen over de Slag bij Raphia zijn gebaseerd op het verslag uit die tijd, geschreven door de Griekse historicus Polybius. Hij is een belangrijke geschiedenisbron en schreef tijdens zijn leven onder andere Historiën. Van veel voorgangers van Polybius is bekend dat hun verslagen deels op fictie berusten. Polybius was juist een historicus die erom bekend staat dat hij zijn teksten zo waarheidsgetrouw mogelijk schreef. Maar nu wetenschappers hebben ontdekt dat in het verslag over Raphia het een en ander niet klopt, is het natuurlijk de vraag of er meer van dit soort onwaarheden in zijn werken staan.

Bronnen: Journal of Heredity, The Institute for Genomic Biology, Wetenschap24.nl

Beeld: Henri-Paul Motte