Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Astronomen vermoeden dat het superzware zwarte gat dat ze in cluster Abell 2261 dachten te moeten vinden, misschien van zijn plek gestoten is.
In het hart van bijna elk sterrenstelsel tolt een superzwaar zwart gat miljoenen tot zelfs miljarden maal zo zwaar als onze zon. Maar ondanks de impact die zo’n kolos op de omgeving heeft en de scherpe blikken van onder meer NASA’s Chandra X-ray Observatory en de Hubble-ruimtetelescoop, kunnen astronomen een beoogde ‘materieslurper’ in cluster Abell 2261 niet vinden.
Bijzonder, want het sterrenstelsel in kwestie zou een van de massiefste zwarte gaten tot nu toe moeten huizen. Misschien, zo schrijven astronomen in een nieuw onderzoek, was het superzware zwarte gat er wel, maar is het er tijdens een astronomische botsing uit de kern geknikkerd.
Lees ook:
Abell 2261
De sterrenstelselcluster Abell 2261 staat op ongeveer 2,7 miljard lichtjaar van aarde. De speurtocht naar het beoogde superzware zwarte gat in het hart van een van de sterrenstelsels in Abell 2261, is al even gaande. Eerder speurden astronomen al data die de Chandra-satelliet tussen 1999 en 2004 verzamelde af naar aanwijzingen voor de aanwezigheid een superzwaar zwart gat, maar zonder succes.
De astronomen achter het nieuwe onderzoek, komen met een alternatieve theorie: misschien kunnen we het superzware zwarte gat niet vinden, omdat het er niet meer is. Wellicht gaat het om een zogenaamd wijkend superzwaar zwart gat (Engels: recoiling black hole), die uit de kern van het sterrenstelsel ‘gestoten’ is.
Weggeslingerd
De samensmelting van twee sterrenstelsels zou volgens de onderzoekers verantwoordelijk geweest kunnen zijn voor het astronomisch katapulteren van het superzware zwarte gat. Bij zo’n versmelting kom niet alleen de twee stelsels samen, ook de zwarte gaten in hun respectievelijke kernen worden een.
Bij de zwarte-gatenbotsing, alvorens de versmelting tot een groot zwart gat, worden er zwaartekrachtgolven (rimpelingen in de ruimtetijd) – die in 2015 voor het eerst door LIGO werden gedetecteerd – het heelal in gestuurd. Als de rimpelingen richting de ene kant, krachtiger zijn dan die richting de andere kant, zo vermoeden astronomen, kan het ervoor zorgen dat het nieuwe zwarte gat van zijn plek geslingerd wordt – een recoiling black hole.
Maar zo eenvoudig is het mysterie achter het ontbrekende superzware zwarte gat niet opgelost. Astonomen hebben namelijk nog geen hard bewijs gevonden voor het bestaan van dergelijke wijkende materieslurpers. Bovendien weet men niet of superzware zwarte gaten überhaupt wel dichtbij elkaar genoeg kunnen komen om te versmelten. Dergelijke botsingen zijn tot nu toe enkel nog bevestigd bij kleinere zwarte gaten.
Wordt vervolgd
Toch is Abell 2261 veelbelovend, vinden de onderzoekers. De galactische kern – gespot door Hubble en de Subaru-spiegeltelescoop – is namelijk veel groter dan verwacht voor een sterrenstelsel van deze afmetingen. Daarbij blijkt de hoogste concentratie sterren in het stelsel een bijzondere grote afstand van meer dan 2000 lichtjaar van het centrum af te liggen. Beide observaties suggereren indirect dat er een versmelting van twee superzware zwarte gaten tot een nóg massiever zwart gat heeft plaatsgevonden.
Direct bewijs voor de bijzondere gebeurtenis is er nog niet. De speurtocht gaat dan ook door. De hoop is dat toekomstige metingen zoals die door de spiksplinternieuwe James Webb Telescoop, die (hopelijk) in maart 2021 gelanceerd wordt, uitsluitsel zal geven.
Bronnen: Arxiv.org, phys.org, NASA
Beeld: X-ray: NASA/CXC/Univ of Michigan/K. Gültekin; Optical: NASA/STScI and NAOJ/Subaru; Infrared: NSF/NOAO/KPNO (openingsbeeld, Abell 2261); Chandra X-ray Observatory/Youtube