De twintig jaar geleden gevonden fossiele restanten van bacteriën, met een geschatte leeftijd van ongeveer 3,5 miljard jaar, zijn volgens nieuw onderzoek niet van organische oorsprong.
Het enthousiasme was groot in wereld van paleontologie toen fossielen van cyanobacteriën, een van de oudste levende organismen, werden ontdekt op de Apex Chert, een rotsformatie uit het Archeïcumtijdperk in de Pilbararegio van Australië. Totdat enkele wetenschappers begonnen te opperen dat de vindplaats wel verdacht veel op een oeroude onderzeese warmwaterbron lijkt; een plaats waar zeer ingewikkelde rotspatronen kunnen ontstaan die niet van biologische oorsprong zijn. Zijn de gevonden fossielen dan wel echt?
Alison Olcott Marshall en haar team van de Universiteit van Kansas nam de proef op de som en analyseerden de structuren in detail. Ze sneden piepkleine plakjes van de ‘fossielen’, om ze vervolgens onder de microscoop te bekijken. In tegenstelling tot eerdere onderzoekers sneden ze veel dunnere plakjes (30 micrometer dik), waardoor meer details zichtbaar konden worden gemaakt.
Het bleek dat de ‘fossielen’ uit kleine breukjes bestaan, opgevuld met lichte en donkere mineralen. Bij nader onderzoek bleek het om hematiet en kwarts te gaan; geen stoffen van biologische oorsprong dus.
Toch vond Olcott Marshall wel degelijk iets ‘levendigs’ in de rotspartijen van de Apex Chert. Zo troffen zij en haar team koolstofrijk materiaal aan op de rotsen die de valse fossielen omringen, mogelijk afkomstig van prehistorische micro-organismen. Eerdere onderzoekers hebben mogelijk monsters van deze plek genomen en de nabije opvallende structuren onterecht als fossielen aangeduid.
Paleobioloog Martin Brasier (Universiteit van Oxford), zelf ontmaskeraar van een nepfossiel in 2002, gelooft niet in een simpele menselijke vergissing. “Er is een bewuste blindheid aangaande deze structuren die meer te doen heeft met politiek dan met de waarheid”, zo vertelt hij aan Nature.
Bronnen: Nature News, PhysOrg.com, Nature Geoscience
Beeld: Philiphist