Pandakeutels kunnen sneller biobrandstof maken

KIJK-redactie

02 september 2011 09:00

Volgens Amerikaanse wetenschappers kan onderzoek naar pandapoep de volgende doorbraak betekenen voor de ontwikkeling van milieuvriendelijke brandstoffen.

Met het slinken van de olievoorraad wordt er steeds harder gezocht naar manieren om alternatieve brandstof te maken; KIJK berichtte eerder al over alligatorvet waar biodiesel van kan worden gemaakt. Op een congres van de American Chemical Society hebben Amerikaanse wetenschappers een opvallende andere methode gepresenteerd om biobrandstof te maken. De belangrijkste vernieuwing is het gebruik van bacteriën… uit pandapoep.

Panda’s eten bijna alleen maar bamboe, en dat zette de onderzoekers van Mississippi State University aan het denken. De bacteriën in het spijsverteringstelsel van de pandaberen zijn namelijk extreem goed in het afbreken van lignocellulose, het bouwmateriaal van ‘harde’ planten, zoals bamboe, maïs en hout. Volgens de wetenschappers zijn ze daar zelfs beter in dan vergelijkbare bacteriën die voorkomen in de keutels van termieten, die zich razendsnel door hout heen kunnen vreten.

De wetenschappers kregen hun panda-uitwerpselen uit de dichtstbijzijnde dierentuin en onderzochten de keutels een jaar lang. Ze ontdekten dat de bacteriën maar liefst 95 procent van de plantenmassa omzetten in suikers die voor biobrandstof kunnen worden gebruikt.

Voor het proces met de bacteriën is geen verhitting, bijtend zuur of hoge druk nodig, zoals voor de huidige processen. Biobrandstof maken uit maïs en sojaplanten wordt daardoor met deze bacteriën een stuk milieuvriendelijker.

Het slecht nieuws is dat er nog maar 2500 reuzenpanda’s in het wild leven, en maar tweehonderd in gevangenschap. Volgens de onderzoekers zegt dit onderzoek dan ook iets over het belang van biodiversiteit en natuurbehoud, door een voorbeeld te leveren van onverwacht nut van bedreigde diersoorten.

Bronnen: American Chemical SocietyLiveScience