Patrick Moore en Jelmer Mommers over het klimaat

KIJK-redactie

07 juli 2019 10:59

klimaat patrick moore jelmer momme

Volgens de Canadese ecoloog Patrick Moore is het verbranden van fossiele brandstoffen niet de ondergang van het klimaat, maar de redding. Op zijn zachtst gezegd een controversieel standpunt, zeker als je bedenkt dat Moore een medewerker van Greenpeace was.

U zegt dat de uitstoot van CO2 het klimaat heeft gered.

Als wij mensen geen fossiele brandstoffen waren gaan verbranden, was het leven op aarde opgehouden te bestaan.

Dat moet u even uitleggen.

Een half miljard jaar geleden was de CO2-concentratie tien tot twintig keer hoger dan hij nu is. Daarna zijn er twee grote dalingen geweest van het CO2-gehalte in de atmosfeer. De laatste vond 150 miljoen jaar geleden plaats, toen schaal- en schelpdieren CO2 uit de oceaan opnamen en dat combineerden met calcium om zelfbeschermende pantsers te maken. Het gevolg was dat het CO2-niveau miljoenen jaren lang afnam tot het 18.000 jaar geleden uitkwam op 180 ppm (deeltjes per miljoen, red), de laagste concentratie ooit. Bij een CO2-concentratie van 150 ppm gaan planten en bomen dood door gebrek aan voeding. Onbedoeld hadden die schelpdieren bijna het einde van het leven veroorzaakt. Gelukkig werd het daarna warmer, waardoor het CO2-gehalte steeg tot 280 ppm. Het zou uiteindelijk weer zijn gaan dalen omdat we nu eenmaal in een ijstijd zitten, maar wij hebben de concentratie weten op te krikken naar het huidige niveau van 410 ppm. Nog steeds erg laag, maar genoeg voor planten om te overleven.


We moeten ons wel degelijk zorgen maken over het klimaat, zegt journalist Jelmer Mommers. Dat er onzekerheden zijn en we nog niet alles weten, wil niet zeggen dat we geen verantwoordelijkheid dragen om in te grijpen. Sterker nog: het is nu of nooit.

Wat vind je van het door Patrick Moore verkondigde standpunt dat de uitstoot van CO2 het klimaat heeft gered?

We zouden nu op weg zijn naar een ijstijd als we de CO2-concentratie niet hadden opgekrikt. Volgens sommige wetenschappers waren het de eerste landbouwers die tienduizend jaar geleden het klimaat al beïnvloedden door bossen te kappen en te verbranden. Daardoor bleef de temperatuur millennialang stabiel en hebben we de natuurlijke afkoeling na de laatste ijstijd weten te keren. Die compensatie was prima, maar vanaf de industriële revolutie zie je dat we door het gebruik van olie, gas en kolen de CO2-concentratie dusdanig verhogen dat we doorschieten naar de andere kant. Dat is de reden dat de milieubeweging en het IPCC, het klimaatpanel van de Verenigde Naties, zeggen: pas op, dit is een gigantisch gevaar voor de mensheid. Niemand wil een ijstijd, maar de CO2-concentratie die we nu hebben, voert ons eerder naar het tegenovergestelde scenario: een ‘hittetijd’ waarin grote delen van de aarde onleefbaar warm zijn, zoals grote delen van de aarde tijdens een ijstijd onleefbaar koud zijn. Daar heeft niemand baat bij.

Dit zijn fragmenten uit twee interviews te vinden in KIJK 8/2019. Deze editie ligt in de winkel vanaf 18 juli tot en met 21 augustus.

Meer informatie:

Tekst: Hidde Tangerman

Openingsbeeld: KARL WITHAKAY/CC BY-SA 4.0