Ongeboren schildpadjes hebben een vinger in de pap als het gaat om hun toekomst. Door in het ei rond te wurmen, hebben ze invloed op hun geslacht.
Bij sommige eierleggende reptielen, amfibieën en vissen heeft de temperatuur van het nest invloed op het geslacht van de kleintjes. Uit warmere eieren kruipen vrouwtjes naar boven, terwijl vanuit de wat koudere plekjes in het nest mannetjes naar buiten piepen – of andersom. Sommige schildpadden gaan nog een stapje verder, zo schrijven onderzoekers in Current Biology. Door actief warmere of koudere plekjes in het ei op te zoeken, hebben de nog ongeboren schildpadjes invloed op hun geslacht.
Lees ook:
Geslachtsratio
Dit maakte het team op uit onderzoek naar eieren van de Chinese driekielschildpad (Mauremys reevesii). De onderzoekers liet de eieren uitbroeden onder verschillende temperaturen, zowel in het laboratorium als in vijvers. Ze zagen dat een enkel ei een temperatuurgradiënt kan hebben van tot maar liefst 4,7 graden Celsius. Dat is aanzienlijk; een verschil van 2 graden kan namelijk al het verschil tussen een mannetje of vrouwtje betekenen.
Aan de helft van de eieren voegden de onderzoekers capsazepine toe; een stofje dat de temperatuursensoren van de embryo’s blokkeert. Wat bleek? De schildpadjes die de temperatuur niet konden voelen, waren, afhankelijk van de incubatietemperatuur, ofwel vrijwel allemaal vrouwtjes, ofwel overwegend mannetjes geworden. Bij de schildpadden uit de onbehandelde eieren was de geslachtsratio na het uitkomen netjes 50:50.
Goudlokje
Door binnen het ei rond te kruipen, vinden de schildpadjes wat de onderzoekers de ‘Goudlokje-zone’ noemen: een plek die niet te koud, niet te warm, maar precies goed is. Zo weten ze niet alleen mogelijk extreme temperaturen te overleven, ze zorgen dus ook voor een nette balans tussen mannetjes en vrouwtjes – wel zo handig voor het voortbestaan van de diersoort.
“Dat er bij schildpadden sprake is van zogenaamde temperatuurafhankelijke geslachtsbepaling wisten we al”, vertelt Christine Mummery hoogleraar in de ontwikkelingsbiologie aan het LUMC. “Maar nu blijkt dus ook dat embryo’s dit mede kunnen bepalen door naar warmere of koelere plekken in het ei te zoeken.” Volgens de onderzoekers zou dit gedrag kunnen verklaren hoe dergelijke diersoorten de hogere temperaturen van oerklimaten overleefden.
Beperkte controle
Helaas heeft dit slimme gedrag wel de nodige beperkingen. Als de temperatuurgradiënt bijvoorbeeld te klein is, is er geen überhaupt geen geslachtskeuze mogelijk. Door die omgevingsgevoeligheid kunnen snelle, hevige temperatuurschommelingen ernstige gevolgen hebben. “Misschien zijn op een bepaald moment geen ‘koele’ plekken meer in de eieren te vinden”, stelt Mummery. “In het ergste geval komen er dan in een of meerdere jaren achter elkaar alleen maar mannetjes of alleen maar vrouwtjes uit de eieren. Dat zou de balans in de populatie natuurlijk ernstig verstoren.”
Ondanks de dreiging eindigen de onderzoekers met een positieve noot. Dit mechanisme is immers net ontdekt. Wellicht, zo hopen de onderzoekers, hebben dergelijke soorten nog wel meer slimme manieren om met klimaatverandering om te gaan. Daar zal het team in de toekomst verder in duiken.
Bronnen: Current Biology, EurekAlert!
Beeld: Ye et al., 2019/Current Biology
Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!