Onderzoekers ontdekten een broer en zus die samen een eeneiige tweeling vormen. Het zeldzame stel is de tweede ‘semi-identieke tweeling’ ooit.
Als iemand vraagt hoeveel typen tweelingen er zijn, is het antwoord natuurlijk twee. Een eeneiige, identieke tweeling (opgesplitst uit één bevruchte eicel) of een twee-eiige tweeling (ontstaan uit twee aparte ei- en zaadcellen). Maar stiekem is er nog een derde optie. Beide ‘helften’ van zo’n paar zijn identiek aan hun moeders kant, maar hebben slechts een deel van papa’s DNA gemeen. Ze zijn eeneiig, maar niet identiek.
Als dit je bijzonder in de oren klinkt, ben je niet de enige. Zogenaamde ‘semi-identieke tweelingen’ zijn namelijk ontzettend zeldzaam. Onlangs beschreven onderzoekers zo’n bijna identiek paar tijdens de zwangerschap gespot werd. Het Australische stel is de tweede semi-identieke tweeling ooit beschreven.
Lees ook: Wie bestuurt wat bij een Siamese tweeling?
Eeneiig of twee-eiig?
Hoe zat het ook al weer? Een eeneiige of monozygote tweeling ontstaat wanneer een door een zaadcel bevruchte eicel zich als het ware in ‘tweeën splitst en verdubbeld’ (zie afbeelding hieronder). Die ene klomp cellen vormt zo twee, identieke baby’s; ze hebben dezelfde genen, hetzelfde geslacht en lijken als twee druppels water op elkaar.
Een niet-identieke, twee-eiige tweeling, ook wel een dizygote tweeling genoemd, ontstaat uit twee eicellen die elk door een eigen zaadcel zijn bevrucht (zie opnieuw de afbeelding hieronder). De baby’s lijken wel op elkaar, maar niet meer dan jij op je broer of zus lijkt – behalve dat ze de baarmoeder deelden en op hetzelfde moment geboren werden.
Bíjna hetzelfde
In het geval van de Australische tweeling, een jongetje en een meisje, ligt het anders. Het paar is eeneiig, maar niet identiek. “Het is een zeldzaam geval waarbij een jongen en een meisje dezelfde placenta en chorion (het buitenste vlies om het embryo red.) delen”, mailt Susana Chuva de Sousa Lopes van de afdeling Anatomie en Embryologie aan het LUMC.
Normaliter deelt alleen een eeneiige tweeling de placenta – oftewel de moederkoek – en de chorion. “Maar,” gaat de wetenschapper verder, “het kán eigenlijk geen monozygote tweeling zijn, want dan zouden ze hetzelfde geslacht hebben.”
Omdat een dizygote tweeling normaliter elk een eigen placenta en chorion heeft, is ook dat eigenlijk geen optie, legt Chuva de Sousa Lopes uit. Volgens de auteurs ging het dus anders; een enkele eicel werd tegelijkertijd bevrucht door twee zaadcellen. “De één met een Y- en de andere met een X-chromosoom”, aldus de embryoloog. Dit resulteerde in een jongetje (XY) en een meisje (XX).
Opgeteld moeten er na de bevruchting dus drie sets erfelijk materiaal in de eicel aanwezig zijn geweest; één van de moeder en twee van de vader – voor elke zaadcel één. “In de meeste gevallen zijn embryo’s uit drie sets chromosomen niet levensvatbaar”, vertelt Michael Gabbett, een van de auteurs van het paper, in een persbericht. Meestal, want in het geval van deze tweeling ging het wél goed. “De bevruchte eicel heeft de drie sets klaarblijkelijk zo eerlijk over de cellen verdeeld, dat het, toen het in tweeën splitste, de tweeling vormde.”
Tweelingonderzoek
Het is de eerste keer dat onderzoekers zo’n semi-identieke tweeling tijdens de zwangerschap spotten, en de tweede keer dat zo’n bijzonder stel ooit is beschreven. De eerste keer was in 2007 in de Verenigde Staten toen een tweeling werd onderzocht vanwege hun ‘ambigue’ geslachtsdelen. Toen de artsen het paar onderzochten op bijzonderheden met betrekking tot hun chromosomen – wat een ‘afwijkend geslacht’ tot gevolg kan hebben – zagen ze dat ze identiek waren aan moederskant, maar in het vaderlijke DNA verschilden.
Om zeker te zijn dat het om een zeldzaam fenomeen gaat, en deze semi-identieke tweelingen niet simpelweg vaak over het hoofd gezien of niet geregistreerd worden, bestudeerden de onderzoekers de genetische data van onder andere 968 twee-eiige tweelingen en hun ouders. Maar meer semi-identieke tweelingen werden daarin niet gevonden.
Een echt bijzonder stel dus, de Australische tweeling. De identiteit van de koters, die onderhand vier jaar oud zijn, is niet bekend.
Het onderzoek werd gepubliceerd in vakblad The New England Journal of Medicine.
Bronnen: The New England Journal of Medicine, University of South Wales, EurekAlert!
Beeld: University of South Wales
Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Bestel dan hier ons nieuwste nummer. Abonnee worden? Dat kan hier!