Dit miljoenen jaren oude fossiel geeft inzicht in hoe vroege zoogdieren konden slikken net als hun moderne afstammelingen.
Als je eens in een natuurdocumentaire hebt gezien hoe een krokodil een antilope aan stukken scheurt en de lappen vlees in één keer naar binnen schrokt, mag je blij zijn dat wij mensen wel kleine happen eten kunnen doorslikken. Dat hebben we onder andere te danken aan ons complexe tongbeen.
Hoewel het doorslikken van gekauwd voedsel een kenmerkende eigenschap is van moderne zoogdieren, is er nog niet veel bekend over de evolutionaire oorsprong van de tong en spieren die dit mogelijk maken. Daar brengt dit onderzoek verandering in. Wetenschappers hebben namelijk een 165 miljoen jaar oud fossiel ontdekt van een zoogdierachtig reptiel dat al een geavanceerd tongbeen had. De vondst wijst erop dat ook deze dieren al (bijna) konden kauwen als de latere, modernere zoogdieren dat konden.
Tongbeen
Eerst nog even een lesje anatomie. Het tongbeen van zoogdieren bevindt zich in het halsgebied en is als het ware een zwevend botje. “Het heeft geen gewricht met een ander bot, maar zit enkel vast aan spieren en ligamenten”, legt KNO-arts Rico Rinkel van het Amsterdam UMC (locatie VUmc) uit. “Dat is het bijzonderste aan dit botje.”
Niet alleen zoogdieren hebben een tongbeen, andere viervoeters ook, zoals krokodillen, alleen is die van hun vrij simpel van vorm. “Bij moderne zoogdieren is het tongbeen beduidend complexer”, vertelt paleontoloog Dennis Voeten, werkzaam bij de Universiteit van Uppsala en niet betrokken bij de studie. “Dit komt doordat veel zoogdieren kauwen, hun tong veel flexibeler is, en/of omdat ze op een efficiëntere maar daardoor wel complexere manier slikken. De hiervoor benodigde spieren bevinden zich aan of nabij het tongbeen.”
Evolutionair succes
Het 165 miljoen jaar oude fossiel dat ook het tongbeen bevat, is van de Microdocodon en is in 2014 ontdekt in de beroemde Tiaojishan-formatie in China.
Wat zo bijzonder eraan is, is dat het tongbeen goed bewaard is gebleven. Dat beaamt ook Lars van den Hoek Ostende, paleontoloog bij Naturalis. “Je hebt heel goede preservatie nodig, en deze vindplaats is een van de oudste waar je dit kunt verwachten. Bovendien is dit botje niet gevonden in onze voorouders, maar in een zijlijn.” Met die zijlijn worden de primitieve zoogdierachtigen Docodonta bedoeld.
Voeten: “Het opvallende van deze studie is dat ze een diertje hebben gevonden dat ‘evolutionair gezien’ nog duidelijk een voorloper van de eerste echte zoogdieren was (de Docodonta red.), maar al wel een heel zoogdierachtig tongbeen had ontwikkeld.” Deze dieren konden miljoenen jaren geleden dus al bijna kauwen zoals zoogdieren dat doen, waardoor hun voedsel efficiënter verteerd kon worden. “En dat droeg waarschijnlijk ook bij aan het evolutionaire succes van zoogdieren”, besluit Voeten.
Bronnen: Science, University of Chicago Medical Center, AAAS
Beeld: April I. Neander
Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!