Een Chinees onderzoeksteam zou voor het eerst de gigantisch hoge snelheid geobserveerd hebben waarmee de zwarte gaten in quasars ruimtepuin opzuigen.
Ze schijnen vele malen krachtiger dan hele sterrenstelsels; zogeheten quasars. Met een gigantische vaart slurpen deze ‘astronomische lichtbakens’ omliggend ruimtepuin naar binnen om de superzware zwarte gaten in de kern te ‘voeden’. Voor het eerst hebben onderzoekers van de Chinese University of Science and Technology het tempo geobserveerd waarmee ze dat doen; tot zo’n 5000 kilometer per seconde, schrijft het team in vakblad Nature.
Lees ook:
Materiaal ‘slurpers’
Actieve sterrenstelsels zijn stelsels die vanuit hun centrum gigantische hoeveelheden energie de ruimte in zenden. Het licht (de energie) dat deze stelsels uitzenden, is waarschijnlijk het gevolg van de superzware zwarte gaten in hun kern. Die slurpen, als het putje in een leeglopende badkuip, ruimtestof naar binnen.
Het idee is dat er zich rondom die centrale superzware zwarte gaten zogenoemde actieve galactische nuclei (AGN) bevinden. Zo’n AGN is een materieschijf rondom het gat die enorme hoeveelheden energie uitzendt, terwijl het zwarte gat zich als een hongerige draak (zo illustreren de onderzoekers het, zie openingsafbeelding) zijn feestmaal nuttigt. De krachtigste AGN’s worden quasars genoemd.
Razendsnel
Men denkt er aardig zeker van te zijn dat de drijvende kracht achter dat eindeloze geslurp aan ruimtepuin te wijten is aan superzware zwarte gaten. Maar details ontbreken. De Chinese onderzoekers poogden daarom een antwoord te geven op een van de vragen die nog staan: hoe snel wordt dat materiaal ‘naar binnen gezogen’?
Dit deed het team met de dopplermethode. Zoals je gewend bent van het geluid van ambulances dat hoger of lager wordt als ze voorbijrijden, verschuift de gemeten golflengte in de stofschijf afhankelijk van de snelheden daarbinnen. Van acht quasars observeerden de onderzoekers ‘slurpsnelheden’ tot 5000 kilometer per seconde.
Bevestiging
“Het in beeld brengen van gas dat in een zwart gat ‘valt’, is de sleutel tot het bevestigen van hoe we denken dat superzware zwarte gaten gevoed worden”, legt sterrenkundige Raffaella Morganti (ASTRON, Rijksuniversiteit Groningen) uit, niet betrokken bij het onderzoek. “Het is erg ingewikkeld om onderscheid te maken tussen het materiaal dat in allerlei complexe processen rond de kern ‘hangt’ en het gas dat er werkelijk in ‘valt’”, vervolgt ze. “Als het de onderzoekers dus werkelijk gelukt is deze snelheden eenduidig in kaart te brengen, is dat een bijzonder belangrijk resultaat.”
In de toekomst hoopt het onderzoeksteam te achterhalen hoe deze hongerige ‘quasardraken’ het materiaal van buiten organiseren. Dat proces moet volgens de onderzoekers helpen beter te begrijpen hoe quasars vormen, hoe lang ze bestaan en hoe ze aan hun eind komen.
Bronnen: Nature, EurekAlert!
Beeld: CUI Jie/University of Science and Technoloy of China
Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!