Wetenschappers hebben gebruik gemaakt van koolstof nanobuisjes om schadelijke stoffen te vinden.
Honden die steeds beter worden in het opsporen van drugs en bijen die worden ingezet om een bom te vinden. Er worden steeds meer manieren bedacht om explosieven en illegale stoffen te zoeken. Onderzoekers van de Universiteit van Utah dragen ook hun steentje hieraan bij en maken gebruik van koolstof nanobuisjes waardoor handheld sensoren beter en sneller schadelijke stoffen kunnen opsporen.
Handheld ‘bommenzoeker’
Ling Zang en zijn team vonden een manier om koolstof nanobuisjes te breken met een polymeer en er microscopisch kleine stukjes van te bevestigen op de elektrodes van een prototype handheld ‘bommenzoeker’. Wanneer de sensor moleculen van een explosief, dodelijk gas of drugs opmerkt, zorgen de nanobuisjes ervoor dat de elektrische stroom in het apparaat verandert.
Door steeds het oppervlak van de nanobuisjes met de polymeer te veranderen, kan het materiaal meer dan 12 explosieven, inclusief doe-het-zelf bommen, en zo’n 24 verschillende schadelijke gassen opsporen. Deze koolstofbuisjes kunnen ook worden geïnstalleerd in bestaande detectors.
Voordelen
Volgens de onderzoekers heeft de technologie vier voordelen ten opzichte van de bestaande detectors. Het systeem zou bijvoorbeeld gevoeliger zijn, omdat alle koolstofatomen in de buis blootstaan aan lucht en dus elk deeltje een schadelijke stof kan opmerken. Ook zou het accurater zijn en sneller. Tot slot zou de technologie kosteneffectief zijn, omdat het materiaal microscopisch klein is.
Vaporsens, een start-up bedrijf waar professor Ling Zang mede-eigenaar van is, hoopt begin volgend jaar commerciële detectors te hebben gemaakt die gebruik maken van de techniek.
Bronnen: Advanced Materials, University of Utah via Eurekalert!
Beeld: Dan Hixon, University of Utah College of Engineering