Explosievenopsporingsdiensten mogen zich opmaken voor een bijzondere collega: een cyborg sprinkhaan.

Een sprinkhaan met een rugzakje, vliegend naar gevaarlijke gebieden om explosieven op te sporen. Het klinkt misschien als een scenario in een fantasierijke animatiefilm van Pixar, maar het kan binnenkort zomaar de realiteit zijn. Ingenieurs werken aan met high-tech uitgeruste sprinkhanen, die bommen kunnen detecteren.

Tatoeage op vleugel

Om de sprinkhaan om te toveren tot een heldhaftige bommenspeurder, worden er drie verschillende technologieën geïntegreerd in het beestje. Allereerst moet de sprinkhaan naar een specifieke locatie kunnen worden gestuurd. Dat doen de ingenieurs door de vleugels van het insect te voorzien van een stukje zijde, dat licht kan omzetten in warmte. Door een laser op de tatoeage te richten, kan de sprinkhaan op afstand worden bestuurd. Meer warmte aan de rechtervleugel betekent namelijk dat hij naar links vliegt en vice versa.

Zodra het dier naar de juiste plek is gevlogen, moet de veiligheidsdienst weten wat het ruikt. Om dit te achterhalen krijgen de sprinkhanen elektroden geïmplanteerd in hun hersenen. Deze verzamelen informatie van de antennes, die door de insecten worden gebruikt om geuren op te sporen.

Rugzakje

Tot slot moet deze informatie nog worden verzonden. Daarom draagt de sprinkhaan een rugzakje met zich mee. Dit is een licht apparaatje dat de gegevens van de elektrode opneemt en het draadloos naar de operator stuurt.

Alle technologieën zijn afzonderlijk van elkaar getest, maar moeten nog alle drie geïntegreerd worden. Binnenkort hoopt het team het werk te kunnen demonstreren.

Bronnen: Washington University, Popular science, Gizmag

Beeld: Baranidharan Raman