Na jaren van ontwikkeling is de CH-53K King Stallion eindelijk klaar voor de lopende band. Het wordt wel een peperduur apparaatje…
De voorganger, CH-53E Super Stallion, maakte zijn eerste vlucht in 1974 – in de nadagen van de Vietnamoorlog. Maar nu, ruim veertig jaar later, krijgen de US Marines eindelijk een nieuw werkpaard. De K-versie kan bijna 12.500 kilo aan vracht meenemen (dat zijn bijvoorbeeld twee volledig bepantserde Humvee’s) en daarmee is hij drie keer zo sterk als zijn voorganger.
Vertraging
De King Stallion heeft een compleet nieuwe versnellingsbak voor de rotors, een ‘glazen’ cockpit (allemaal schermen dus), nieuwe motoren en nieuwe rotors van composietmaterialen. De ontwikkeling van al dat fraais, zorgde uiteraard voor de nodige problemen. De US Marines krijgen de eerste toestellen dan ook drie jaar later dan gepland geleverd.
Dure grap
Veertien jaar geleden, toen de eerste schetsen van de King Stallion op de tekentafels verschenen, ging men uit van 56 miljoen dollar per stuk. Maar inmiddels zijn de kosten, inclusief de ontwikkeling, opgelopen tot 138,5 miljoen dollar (129 miljoen euro) per stuk. Dat is dus duurder dan de overdreven dure F-35B; de short take off, vertical landing-variant van de Joint Strike Fighter (JSF). Die toestellen kosten ‘slechts’ 122,8 miljoen dollar per stuk.
Helikopterbouwer Sikorski denkt de eerste van in totaal 200 toestellen in 2019 af te kunnen leveren. De totale prijs van de 200 King Stallions is dan opgelopen tot 31 miljard dollar; een welhaast koninklijk bedrag.
Bronnen: Aviation Week, Popular Mechanics
Beeld: Sikorski