Elke week bespreekt een van de techionista’s een gadget, app of tech-ontwikkeling op onze site. Deze keer: Vivianne Bendermacher test de HTC Vive.
Er zijn van die dagen dat je bovengemiddeld blij bent als Techionista. Bijvoorbeeld als je door HTC wordt uitgenodigd om hun gloednieuwe virtual reality-bril te testen: de HTC Vive. Ergens voor het eind van het jaar moet de ‘bril’ op de markt komen, en ik mocht ‘m al uitproberen. En… ik ben diep, diep onder de indruk (en nee: ik word niet door HTC betaald, ben niet omgekocht – al sta ik daar best voor open *grapje* – en was best sceptisch).
What’s up
Even terug in de tijd. Een dik jaar geleden testte ik ook al een VR-bril. Ik keek toen porno (jazeker… erg geil was het overigens niet, want ik bleek me in een mannenlijf te bevinden) en maakte een ritje in een virtuele achtbaan met de developerskit van de Oculus Rift; de virtual reality-bril van Oculus VR. Het was mijn eerste kennismaking met de wereld van de virtuele werkelijkheid; je weet wel, een compleet nieuwe werkelijkheid gecreëerd door een computer. En ik was euforisch. Niet zozeer door wat ik zojuist gezien had, want hoewel het echt al behoorlijk goed was, was het hier en daar nog niet perfect. Je armen bewogen net niet real time en de weergave van je wereld was hier en daar nog wat pixelig. Maar het was wél een mindfuck. Mijn ritje in de virtuele achtbaan was echt genoeg om me trillende knieën te bezorgen. En mijn virtuele erectie (ja sorry) was zo aanwezig dat ik er subiet mijn Oculus Rift voor van mijn hoofd trok; te confronterend. Maar nu, nu is het 2015 en de ontwikkeling van virtual reality heeft niet stilgestaan. Enter HTC Vive.
HTC Vive is mindblowing
Dus nu mocht ik mijn tweede VR-bril testen: de HTC Vive. De bril die het resultaat is van een strategische samenwerking tussen de Taiwanese smartphone-producent HTC en gameproducent Valve. En wat ik te zien kreeg, was pretty awesome. De hardware zag er niet alleen stukken beter uit dan de Oculus die ik probeerde (geen heel eerlijk vergelijk; want ik had daar een vroege editie te pakken, maar toch), het draagcomfort was ook top. Bij ‘mijn’ HTC Vive was er nog sprake van een losse audio headset, maar bij de versie die eind dit jaar op de markt komt, is ie geïntegreerd. Naast een head mount – de bril en de headset – bestaat een HTC Vive kit uit twee controllers of ‘triggers’, en twee zogenoemde lighthouses. Die ‘vuurtorens’ zijn twee sensoren die je op de muren van je huiskamer kunt plakken om jou en je bewegingen in real time via lasertechnologie te tracken en je speelveld af te bakenen.
Hoe werkt het?
Nadat je je bril en de headset op hebt gezet (en je je hairdo hebt verneukt), ga je aan de slag. Dankzij de twee lighthouses (de lasersensoren op de muur) wordt je speelveld perfect afgebakend. Die sensoren ‘praten’ als het ware met je bril, zodat niet alleen je bewegingen perfect en real time getrackt worden; je voorkomt ook dat je tegen een muur knalt. Wel zo fijn, want zodra je je bril op hebt, ben je alle besef van de échte ruimte om je heen kwijt. Zodra je te dicht bij de virtuele grens komt, plopt er een soort raster in beeld. Talking of which: de software – waarvoor gameproducent Valve verantwoordelijk is – is mindblowing. Ik testte vier demo’s.
De eerste demo die ik testte, was de educatieve wereld TheBlu: een onderwaterwereld met levensechte vissen. Ik bevond me op een scheepswrak ergens diep in een oceaan. Het scheepsdek onder me liep wat af en hoewel je heus wel weet dat het niet echt is, merk je toch dat je brein zich probeert aan te passen als je ogenschijnlijk bergaf wil lopen. En ja hoor, een nieuwsgierig visje recht voor mijn neus zorgde er toch voor dat ik even weg deinsde. Ineens hoorde ik achter me een hard geluid… Ik draaide me om en zag een enorme walvis die recht op me af kwam. ‘Pas op voor zijn staart!’ riep een HTC’er door mijn headset. Ik moest erom lachen (Dude: het is nep!) en schrok vervolgens toch toen de staart wel erg hard mijn kant op zwiepte. Het was levensecht en het enige wat ik nog miste was het stemgeluid van David Attenborough; want serieus het was alsof ik ín een natuurfilm zat. Niet verwonderlijk: bij de ontwikkeling van deze game zijn design-grootheden van onder meer Call of Duty en Avatar betrokken.
De tweede demo was Tilt Brush: een schildergame. Met je twee triggers (de controllers) bedien je kwasten en een palet. Met de ene trigger kies je op het palet een effect en een kleur en met de andere trigger schilder je erop los. Het duurde even voordat ik doorhad dat mijn krabbels 3D waren. Geen platte afbeelding, maar een met diepte waar ik bovendien doorheen kon lopen om mijn ‘kunstwerk’ van alle kanten te bekijken. Jammer genoeg ontbreekt het mij aan elke vorm van tekentalent, maar voor de Picasso’s onder ons is dit supervet. Ook voor kids trouwens. Stel je voor dat je een huisje kunt tekenen waar je vervolgens in kunt! Hadden wij dat vroeger maar gehad…
En drie twee één… door naar de volgende demo: The Secret Shop. Een geweldige demo die zich afspeelt in een Secret Shop die gamers kennen van de game Dota 2. In het sprookjesachtige winkeltje word ik verwelkomd door een koopman die lijkt weggelopen van de set van Harry P. Hij biedt me een magisch zwevend zaklampje aan, voordat hij zelf het kleine winkeltje verlaat en mij alleen achterlaat. Met mijn lampje kan ik op logo’s schijnen. Klik ik vervolgens op mijn trigger dan word ik plotseling superklein (of de wereld om me heen waanzinnig groot). Zo wordt dat kleine, nietszeggende spinnetje op tafel ineens een mega spider waarvoor ik geschrokken wegspring en wil ik wel inzoomen op de pad op de vensterbank, maar durf ik niet voorbij het hielenbijtende sprookjesbeest ervoor. “Loop er maar langs, hij doet iets”, zegt de HTC-man. En dan voel ik me ineens weer onnozel. Oh ja: niet echt… Gelukkig tijd voor een nieuwe demo: koken!
Deze demo speelt zich af in een keuken en vond ik het minst interessant. Er verschijnt een receptje in beeld dat ik mag gaan maken, maar ik vond het veel leuker om pannen, lepels, een deegroller, tomaten en champignons met mijn triggers door de keuken te gooien. Wat de lol is van nepkoken in een virtuele keuken, zie ik nog niet zo. Maar nu moet ik eerlijk toegeven dat ik ook niet goed weet wat de lol is van écht koken in een échte keuken. Dus waarschijnlijk is it just me.
Kost dat?
Tja, da’s een beetje een dingetje. Ik kreeg het de HTC-mannen niet ontfutseld. Ze houden hun kaken stijf op elkaar over de prijs en over de precieze lanceringsdatum. Maar toen ik vroeg of ie goedkoper of duurder zou worden dan de Oculus Rift (die tussen de 200 en 400 euro moet gaan kosten), zeiden ze zelfverzekerd: ‘HTC Vive is echt wel beter dan Oculus Rift, dus het zal mij zeer verbazen als HTC Vive goedkoper wordt…’. Kortom: hij wordt waarschijnlijk een stuk duurder. En om de hebberigheid aan te wakkeren zal HTC Vive eerst in een kleine batch op de markt komen om daarna – ergens begin 2016 – voor het grotere publiek beschikbaar te komen.
Interessante partners
Opvallend waren trouwens de logo’s van HTC Vive’s partners die ik te zien kreeg in mijn virtuele wereld. Zo zag ik een Google- en een HBO-logo. Wat ik me moet voorstellen bij deze partnerships wilden de HTC’ers niet loslaten. Maar met name HBO houdt me bezig. Als ik namelijk érgens een kick-ass toepassing voor me zie van virtual reality is het wel voor de filmindustrie. Want een 3D-film is best aardig hoor (hoewel tot nu toe alleen Avatar écht indruk op me heeft gemaakt), maar stel je voor dat je je ook ín een film kunt bevinden. Dat je over de virtuele set kunt lopen en dat waar jij je bevindt, waar jij naar kijkt, wie je wel of niet ziet de verhaallijn van een film bepaalt… Staan we misschien binnenkort wel naast Carice en Michiel in Game of Thrones..? Ja hou maar op: pak mijn geld en geef me zo’n HTC Vive.
Meer nieuws over apps, big data, gadgets, quantified self, wearables, robotica en social media? Bezoek de weblog Techionista!