Nieuwe gegevens, verzameld met de LHC, hebben de kans dat we het Higgsdeeltje op het spoor zijn een stuk kleiner gemaakt.
Een maand geleden meldden we op KIJK.nl dat verschillende experimenten waarnemingen hadden gedaan die konden wijzen op het befaamde Higgsboson. Zowel de detectors ATLAS en CMS van de Europese deeltjesversneller LHC, als de detectors van diens Amerikaanse ‘oudere broer’ Tevatron, vonden een overschot aan deeltjes rond een energie van 140 gigaelektronvolt (GeV). Daar zou het Higgsdeeltje verantwoordelijk voor zijn; het deeltje dat naar verluidt andere deeltjes hun massa geeft, maar zelf nog nooit is waargenomen.
Inmiddels is de hoeveelheid relevante gegevens bij benadering verdubbeld; de conclusies die daaraan kunnen worden verbonden, werden enkele dagen geleden gepresenteerd op de Lepton-Foton-conferentie in Mumbai, India (die overigens nog steeds bezig is). Helaas hebben deze nieuwe gegevens de kans dat we het Higgs daadwerkelijk op het spoor zijn niet vergroot, maar juist verkleind. Oftewel: het lijkt om vals alarm te gaan.
Hoewel dit nieuws ongetwijfeld onder deeltjesfysici tot de nodige teleurstelling zal hebben geleid, is dat niet af te leiden uit het persbericht dat CERN naar aanleiding van de conferentie de wereld in stuurde. “Dankzij de geweldige prestaties van de LHC hebben we enorme hoeveelheden nieuwe data kunnen verzamelen in één maand tijd. Hierdoor hebben we grote stappen voorwaarts kunnen maken waar het ons begrip van het standaardmodel en onze zoektocht naar het Higgsboson en nieuwe fysica betreft”, zegt bijvoorbeeld Fabiola Gionotti, woordvoerder van ATLAS, in deze mail. Ook Guido Tonelli van CMS klinkt allesbehalve uit het veld geslagen: “Het is geweldig dat de LHC ons zo dicht bij mogelijke ontdekkingen heeft gebracht.”
Tja. Zo kun je er natuurlijk ook tegenaan kijken. Maar vooralsnog dus geen Higgs, en ook geen andere, opzienbarende natuurkundige nieuwigheden…
Bronnen: Nature News, CERN
Beeld: CERN