De witkeelral, een niet-vliegende vogel op een eiland in de Indische Oceaan, ontwikkelde zijn wandelende levensstijl niet één, maar twee keer.
Heel bijzonder ziet de Aldabraanse witkeelral, een vogel ter grootte van een flinke kip, er niet uit. Toch is die dat wel, laten onderzoekers van de Portsmouth-universiteit in Engeland weten. De niet-vliegende vogels, die op het eiland Aldabra nabij Madagaskar leven, zouden namelijk na hun uitsterven opnieuw zijn ontstaan. Zogenaamde herhaalde evolutie, schrijven de onderzoekers in vakblad Zoological Journal.
Lees ook:
Veilig plekje
Zo’n 400.000 jaar geleden trokken vogels van Madagaskar naar het pas ontstane eiland Aldabra. Zonder gulzige roofdieren werd vliegen overbodig en dus paste de witkeelral (Dryolimnas cuvieri, ondersoort aldabranus) zich in de loop der jaren aan aan een leven uitsluitend op de grond.
“De vogels hadden hun vleugels niet nodig om aan roofdieren te ontsnappen en konden de energie die normaal naar de ontwikkeling van vleugels gaat elders investeren”, legt ornitholoog Jente Ottenburghs (Universiteit van Uppsala) uit. “Hierdoor werden de vleugels elke generatie kleiner totdat de vogels uiteindelijk niet meer konden vliegen.”
Herhaalde evolutie
Zo’n 136.000 jaar geleden steeg de zeespiegel en kwam het eiland met alle inwoners onder water te staan. Dat betekende het einde voor de wandelende witkeelral. Maar toen 100.000 jaar geleden de zeespiegel weer daalde, en het eiland letterlijk weer boven water kwam, herhaalde de gebeurtenissen zich. Opnieuw trokken de voorouders van de witkeelral vanuit Madagaskar naar het eiland. Opnieuw koloniseerden ze het, en opnieuw verloren ze in de loop der tijd hun vermogen te vliegen.
‘Iteratieve evolutie’ noemen de onderzoekers het fenomeen; oftewel herhaalde evolutie. De conclusie trekt het team aan de hand van ralfossielen afkomstig van het eiland voor en na het onder het wateroppervlak verdween. De vleugelbotten duidden op niet-vliegende vogels, zo stellen de onderzoekers. En ook de enkelbotten bleken goed op weg in hun evolutie naar die van een niet-vliegende vogel.
De voorouder van de witkeelral verloor dus op twee losse momenten, duizenden jaren van elkaar, het vliegvermogen. “Een interessante, verrassende ontdekking”, vindt Ottenburghs. “Het komt vaker voor dat verschillende soorten een gelijkende evolutie vertonen, maar hier gaat het om een soort die twee keer dezelfde evolutie doormaakte. Dat is bijzonder.” Dat het juist rallen gebeurde, verbaast de ornitholoog niets. “Het zijn dieren die makkelijk eilanden koloniseren en hun vliegvermogen verliezen. Maar dat het twee keer met dezelfde soort gebeurt, is wel erg bijzonder.”
Voorspelbaar?
Volgens Ottenburghs is het onderzoek belangrijk voor evolutiebiologen die zich bezighouden met de vraag: ‘Hoe voorspelbaar is evolutie?’ “Door de willekeurigheid van genetische mutaties (die evolutie bewerkstelligen red.) is het vaak moeilijk (of zelfs onmogelijk) om evolutie te voorspellen. Deze ral laat zien dat we evolutie toch in grote lijnen kunnen voorspellen.”
In de toekomst zou de ornitholoog graag ook de genetische kant van het verhaal zien. “Zijn dezelfde genetische veranderingen verantwoordelijk voor het verlies van vliegvermogen? Of was elk geval genetisch uniek? Op genetisch niveau zijn er namelijk meerdere manieren om je vleugels te verliezen”, besluit hij.
Bronnen: Zoological Journal of the Linnean Society, University Portsmouth, New Atlas
Beeld: Charles J Sharp (CC BY-SA 4.0); Hume & Martill (2019)/Zoological Journal of the Linnean Society