Het Amerikaanse leger doet al een jaar of zeven allerlei tests met een extreem voertuig. Maar ja, wat doe je ermee?
Ongeveer een jaar geleden kocht ik een kegelbal. Mooi rond. Van hout. Ligt nu in de woonkamer mooi te wezen. Maar verder heb ik er niks an, want ik kegel niet. Dat probleem heeft het Amerikaanse leger ook. Niet met een kegelbal in de woonkamer, maar met een kek tankje.
Extreme vehicle
Het apparaat werd ontwikkeld door de broers Mike en Geoff Howe uit Maine. Het tankje kreeg de übercoole naam Ripsaw Extreme Vehicle 2 (EV2) en het leger was er zo van onder de indruk dat er sinds 2010 allerlei tests mee worden uitgevoerd. Maar na zeven jaar is er nog steeds geen contract om ook daadwerkelijk een kudde van die Ripsaws te bouwen.
Hoe geweldig is de EV dan eigenlijk? Nou, hij is klein, extreem wendbaar en geschikt voor twee personen, maar kan eventueel ook onbemand rondkarren. Hij kruipt met enig gemak tegen een helling van 70 graden op en heeft aan de voorkant een erg handige lier. En zijn sterke, 600 pk (447 kW) Duramax dieselmotor – dat is de helft van het vermogen dat de 70 ton zware Abrams M1A1-tank aan boord heeft – geeft de Ripsaw een top van dik honderd kilometer per uur.
Leuk allemaal, maar het lijkt erop dat het leger niet precies weet wat ze er op het slagveld mee moeten. Het gebrek aan bepantsering maakt het minitankje niet geschikt voor bemande taken, maar als onbemande tankkiller zou het best een handig dingetje kunnen zijn. Of misschien is hij wel heel bruikbaar voor allerlei beveiligingstaken, bijvoorbeeld door hem onbemand, met een indrukwekkende .50-mitrailleur op het dak, konvooien of patrouilles te laten begeleiden…
Overigens gaan de gebroeders wel een beperkt aantal Ripsaws voor de consumentenmarkt bouwen. Kosten zijn afhankelijk van de uitvoering, maar volgens de website kost een exemplaar “dik in de honderdduizenden dollars”. Ik zou graag daarop graag willen roepen: “Shut up and take my money!” Maar ach, ik heb al een kegelbal.
Bronnen: Howe and Howe, Popular Mechanics
Beeld: Ripsaw