Slachtoffers van de koekoek doen er alles aan om hun ’tegenstander’ te slim af te zijn. Amerikaans onderzoek geeft nieuw inzicht in deze evolutionaire oorlog.
De wapenwedloop tussen koekoeken en hun slachtoffers gaat gestaag door. De gedupeerden van de koekoek – die zijn eieren in het nest van andere vogelsoorten legt – verzinnen allerlei manieren om hun eigen eieren te kunnen onderscheiden van het koekoekkroost. Amerikaanse onderzoekers hebben nu met speciaal daarvoor ontwikkelde software ontdekt dat de vogels hun eieren van verschillende patronen voorzien.
Vogelperspectief
Allereerst maakten de onderzoekers, letterlijk vanuit vogelperspectief, foto’s van 689 eieren. Specifieke eierpatronen, die niet met het blote oog te zien zijn, konden vervolgens met de nieuwe computertechnologie worden waargenomen. De software, genaamd NaturePatternMatch, vergeleek hierna de eieren van acht vogelsoorten met elkaar.
Op basis hiervan concludeerden de wetenschappers dat vogels drie verschillende strategieën toepassen om de koekoek te slim af te zijn. Bij de eerste produceert het slachtoffer eieren met een patroon dat ze gemakkelijk kan herhalen. Op deze manier is het ei-patroon steeds hetzelfde en dit maakt het voor de vogels eenvoudiger om hun eigen eieren te herkennen. Een andere strategie is dat de vogels eieren produceren die elke keer een ander patroon hebben, zodat ze altijd uniek en dus onderscheidend zijn van hun soortgenoten. Ten slotte zijn er vogels die het patroon extreem complex maken, zodat de eieren niet snel kunnen worden nagebootst door de koekoek.
Schoppen
De verschillende verdedigingsmiddelen zijn geen onnodige luxe. Een koekoeksjong is namelijk niet alleen een extra mond om te voeden. Wanneer het uit het ei komt, werkt hij de andere jongen het nest uit (zie bovenstaand filmpje). De ‘adoptiemoeder’ moet een koekoeksei dus herkennen voordat het uitgekomen is en patroonherkenning is hier een prima mechanisme voor. De koekoek is nu aan zet om hier weer een list voor te verzinnen.
Bron: Nature communications, Wired
Tekst: Naomi Jansen
Beeld: Harald Olsen/CC BY-SA 3.0