In de meeste huisgezinnen zorgt teflon dagelijks voor blije gezichten. Polytetrafluorethyleen (PTFE), zoals het officieel heet, kennen we namelijk als het spul dat ervoor zorgt dat we niet na elk gebakken eitje een halfuur de koekenpan staan te schrobben. Maar waar teflon eigenlijk vandaan?
Vaak hoor je dat teflon is gebaseerd op ‘ruimtevaarttechnologie’. Maar de chemische verbinding PTFE werd al in 1938 ontdekt door Roy Plunkett, werkzaam bij de Amerikaanse chemiegigant DuPont. Hij was niet op zoek naar iets voor de ruimtevaart (want die bestond toen immers nog niet), maar naar een chloorfluorkoolwaterstof (cfk) die als koelmiddel in koelkasten kon dienen.
Voor dat onderzoek had hij 50 kilogram tetrafluorethyleengas geproduceerd en in speciale cilinders opgeslagen. Maar toen hij het gas wilde gebruiken, gaven de drukmeters aan dat het op was, terwijl het gewicht erop wees dat er wel degelijk iets in de cilinders zat. Plunkett zaagde zo’n cilinder open en vond op de bodem en tegen de wanden een opmerkelijk wit poeder. Hij besloot het spul te onderzoeken en ontdekte de kunststof met de bijzondere eigenschappen waar we nu nog steeds zo blij van worden.
Teflon kwam dus voort uit een heel prettig ongelukje. Als je het per se toch ergens aan wilt hangen, dan is het Amerikaanse atoomprogramma een betere keus. Teflon werd namelijk voor het eerst tijdens het Manhattanproject gebruikt om buizen, kleppen en allerlei vaten te beschermen tegen het nogal agressieve uraniumhexafluoride.
De ruimtevaarttoepassing kwam pas later, toen PTFE werd gebruikt in hitteschilden, als coating van ruimtepakken en als isolatiemateriaal voor kabels. Het idee om er pannen mee af te werken, kwam in 1954 van de Fransman Marc Grégoire, daartoe aangezet door zijn vrouw. Grégoire bracht de pan op de markt onder de naam Tefal, een combinatie van ‘tef’ van teflon en ‘al’ van aluminium.
Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK antwoordt’? Mail hem naar info@kijkmagazine.nl!
Beeld: DuPont